Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal jingling

Vertaal jingling van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. jingling:
  2. jingle:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor jingling (Engels) in het Nederlands

jingling:

jingling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jingling (tinkling; chinking; clink)
    het gerinkel
    • gerinkel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the jingling (rattling; clatter; clanking)
    het gekletter; het gerammel

Vertaal Matrix voor jingling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekletter clanking; clatter; jingling; rattling
gerammel clanking; clatter; jingling; rattling
gerinkel chinking; clink; jingling; tinkling
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- jingly

Verwante woorden van "jingling":


Synoniemen voor "jingling":


Verwante definities voor "jingling":

  1. having a series of high-pitched ringing sounds like many small bells1
    • jingling sleigh bells1

jingle:

to jingle werkwoord (jingles, jingled, jingling)

  1. to jingle (tinkle; rattling; clang; )
    tinkelen; rinkelen; tingelen; klingelen
    • tinkelen werkwoord (tinkel, tinkelt, tinkelde, tinkelden, getinkeld)
    • rinkelen werkwoord (rinkel, rinkelt, rinkelde, rinkelden, gerinkeld)
    • tingelen werkwoord (tingel, tingelt, tingelde, tingelden, getingeld)
    • klingelen werkwoord (klingel, klingelt, klingelde, klingelden, geklingeld)
  2. to jingle (clang; rattling; jangle; clink)
    rammelen; kletteren
    • rammelen werkwoord (rammel, rammelt, rammelde, rammelden, gerammeld)
    • kletteren werkwoord (kletter, klettert, kletterde, kletterden, gekletterd)

Conjugations for jingle:

present
  1. jingle
  2. jingle
  3. jingles
  4. jingle
  5. jingle
  6. jingle
simple past
  1. jingled
  2. jingled
  3. jingled
  4. jingled
  5. jingled
  6. jingled
present perfect
  1. have jingled
  2. have jingled
  3. has jingled
  4. have jingled
  5. have jingled
  6. have jingled
past continuous
  1. was jingling
  2. were jingling
  3. was jingling
  4. were jingling
  5. were jingling
  6. were jingling
future
  1. shall jingle
  2. will jingle
  3. will jingle
  4. shall jingle
  5. will jingle
  6. will jingle
continuous present
  1. am jingling
  2. are jingling
  3. is jingling
  4. are jingling
  5. are jingling
  6. are jingling
subjunctive
  1. be jingled
  2. be jingled
  3. be jingled
  4. be jingled
  5. be jingled
  6. be jingled
diverse
  1. jingle!
  2. let's jingle!
  5. jingled
  6. jingling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

jingle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jingle (doggerel; versifying)
    het kreupelrijm

Vertaal Matrix voor jingle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kreupelrijm doggerel; jingle; versifying
- doggerel; doggerel verse; jangle
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kletteren clang; clink; jangle; jingle; rattling
klingelen clang; clink; jangle; jingle; rattling; tinkle; tinkle away
rammelen clang; clink; jangle; jingle; rattling starve
rinkelen clang; clink; jangle; jingle; rattling; tinkle; tinkle away
tingelen clang; clink; jangle; jingle; rattling; tinkle; tinkle away
tinkelen clang; clink; jangle; jingle; rattling; tinkle; tinkle away
- jangle; jingle-jangle
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bell

Verwante woorden van "jingle":


Synoniemen voor "jingle":


Verwante definities voor "jingle":

  1. a comic verse of irregular measure1
  2. a metallic sound1
    • the jingle of coins1
  3. make a sound typical of metallic objects1
    • The keys were jingling in his pocket1

Wiktionary: jingle

Cross Translation:
FromToVia
• jingle → kletteren; klingelen; rinkelen; tingelen; aflopen; beieren; galmen; kleppen; luiden; schalmen; overgaan ↔ tinter — faire sonner lentement une cloche, en sorte que le battant ne frapper que d’un côté.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0296 seconde
Page rendered in 1.0 seconds