Iron in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

iron:
- strijken; gladstrijken; harden; stalen; uitharden
- Ferro; ijzer
- ijzeren
Wiktionary:
- iron → strijken
- iron → ijzeren
- iron → strijkijzer, ijzer
- iron → strijkijzer, ijzer
Gebruikers suggesties voor iron:
- strijkbout

Engels

Uitgebreide vertaling voor iron (Engels) in het Nederlands

iron:

to iron werkwoord (irons, ironed, ironing)

to iron
strijken; gladstrijken
- strijken werkwoord (strijk, strijkt, streek, streken, gestreken)
- gladstrijken werkwoord (strijk glad, strijkt glad, strijkte glad, strijkten glad, gladgestreken)
to iron (harden; steel; toughen; become hard)
harden; stalen; uitharden
- harden werkwoord (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
- stalen werkwoord (staal, staalt, staalde, staalden, gestaald)
- uitharden werkwoord (hard uit, hardt uit, hardde uit, hardden uit, uitgehard)

Conjugations for iron:

present

iron
iron
irons
iron
iron
iron

simple past

ironed
ironed
ironed
ironed
ironed
ironed

present perfect

have ironed
have ironed
has ironed
have ironed
have ironed
have ironed

past continuous

was ironing
were ironing
was ironing
were ironing
were ironing
were ironing

future

shall iron
will iron
will iron
shall iron
will iron
will iron

continuous present

am ironing
are ironing
is ironing
are ironing
are ironing
are ironing

subjunctive

be ironed
be ironed
be ironed
be ironed
be ironed
be ironed

diverse

iron!
let's iron!
ironed
ironing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

iron [the ~] zelfstandig naamwoord

the iron (steel)
Ferro; het ijzer
- Ferro [znw.] zelfstandig naamwoord
- ijzer [het ~] zelfstandig naamwoord
the iron
het ijzer
- ijzer [het ~] zelfstandig naamwoord

iron bijvoeglijk naamwoord

iron (made of iron; cast-iron)
ijzeren
- ijzeren bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor iron:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ferro	iron; steel
harden		making resistant; making withstand
ijzer	iron; steel
stalen		harden
-	Fe; atomic number 26; branding iron; smoothing iron
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gladstrijken	iron
harden	become hard; harden; iron; steel; toughen	bear; endure; lead up; persist; practice; practise; stand; tolerate; train; tutor
stalen	become hard; harden; iron; steel; toughen
strijken	iron
uitharden	become hard; harden; iron; steel; toughen
-	iron out; press
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ijzeren	cast-iron; iron; made of iron
-	cast-iron

Verwante woorden van "iron":

ironing, ironed, irons

Synoniemen voor "iron":

cast-iron; robust
Fe; atomic number 26; metallic element; metal
golf club; golf-club; club
branding iron; implement
smoothing iron; home appliance; household appliance
iron out; press

Verwante definities voor "iron":

extremely robust¹
- an iron constitution¹
home appliance consisting of a flat metal base that is heated and used to smooth cloth¹
a golf club that has a relatively narrow metal head¹
implement used to brand live stock¹
a heavy ductile magnetic metallic element; is silver-white in pure form but readily rusts; used in construction and tools and armament; plays a role in the transport of oxygen by the blood¹
press and smooth with a heated iron¹
- she stood there ironing¹

Wiktionary: iron

iron

verb

to pass an iron over clothing
- iron → strijken

adjective

made of iron
- iron → ijzeren

noun

for pressing clothes
- iron → strijkijzer
element
- iron → ijzer

iron

noun

een scheikundig element met het symbool Fe en het atoomnummer 26. Het is een grijs overgangsmetaal
- ijzer → iron
een huishoudelijk gereedschap dat gebruikt wordt om textiel glad te strijken
- strijkijzer → iron

verb

wasgoed desinfecteren en gladmaken met hulp van een heet ijzer
- strijken → iron

Cross Translation:

From	To	Via
• iron	→ strijkijzer	↔ Bügeleisen — Gerät zum Glätten (Bügeln) und In-Form-Bringen von Kleidungsstücken
• iron	→ ijzer	↔ Eisen — Chemie, ohne Plural: chemisches Element, silberweißes, bei Feuchtigkeit leicht oxidierendes Metall
• iron	→ ijzer	↔ fer — Métal

Verwante vertalingen van iron

Remove Ads

Vertaal iron van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor iron (Engels) in het Nederlands

iron:

to iron werkwoord (irons, ironed, ironing)

to iron

to iron (harden; steel; toughen; become hard)

Conjugations for iron:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

iron [the ~] zelfstandig naamwoord

the iron (steel)

the iron

iron bijvoeglijk naamwoord

iron (made of iron; cast-iron)

Vertaal Matrix voor iron:

Verwante woorden van "iron":

Synoniemen voor "iron":

Verwante definities voor "iron":

Wiktionary: iron

Verwante vertalingen van iron