Engels
Uitgebreide vertaling voor invented (Engels) in het Nederlands
invented:
-
invented (spun a yarn; made up; told a tall tale)
-
invented (fictitious; fictive; imaginary; notional)
fictief; denkbeeldig; gefingeerd; verzonnen; bedacht-
fictief bijvoeglijk naamwoord
-
denkbeeldig bijvoeglijk naamwoord
-
gefingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
verzonnen bijvoeglijk naamwoord
-
bedacht bijvoeglijk naamwoord
-
-
invented (made-up; fantasized; dreamt)
-
invented (told a tall tale; drawn up; made up)
uit de duim gezogen-
uit de duim gezogen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor invented:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedacht | dreamt; fantasized; fictitious; fictive; imaginary; invented; made up; made-up; notional; spun a yarn; told a tall tale | prepared; ready for |
denkbeeldig | fictitious; fictive; imaginary; invented; notional | fancied; fictitious; fictive; ideal; idealistic; illusive; illusory; imaginary |
fictief | fictitious; fictive; imaginary; invented; notional | fictitious; fictive |
gefingeerd | fictitious; fictive; imaginary; invented; notional | bogus; faked; false; feigned; fictitious; fictive; mean; not genuine; sham; stingy |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gefabriceerd | invented; made up; spun a yarn; told a tall tale | |
gefantaseerd | dreamt; fantasized; invented; made-up | |
uit de duim gezogen | drawn up; invented; made up; told a tall tale | |
verzonnen | fictitious; fictive; imaginary; invented; notional |
Verwante woorden van "invented":
Synoniemen voor "invented":
invent:
-
to invent (contrive; devise; make up)
-
to invent
-
to invent (alter; change; interchange; switch; transform; vary; create; make)
-
to invent (create; make; conceptualize; construct; prepare; manufacture; design; conceptualise)
maken; scheppen; in het leven roepen-
in het leven roepen werkwoord (roep in het leven, roept in het leven, riep in het leven, riepen in het leven, in het leven geroepen)
Conjugations for invent:
present
- invent
- invent
- invents
- invent
- invent
- invent
simple past
- invented
- invented
- invented
- invented
- invented
- invented
present perfect
- have invented
- have invented
- has invented
- have invented
- have invented
- have invented
past continuous
- was inventing
- were inventing
- was inventing
- were inventing
- were inventing
- were inventing
future
- shall invent
- will invent
- will invent
- shall invent
- will invent
- will invent
continuous present
- am inventing
- are inventing
- is inventing
- are inventing
- are inventing
- are inventing
subjunctive
- be invented
- be invented
- be invented
- be invented
- be invented
- be invented
diverse
- invent!
- let's invent!
- invented
- inventing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the invent (dishing up)
Vertaal Matrix voor invent:
Verwante woorden van "invent":
Synoniemen voor "invent":
Verwante definities voor "invent":
Wiktionary: invent
invent
Cross Translation:
verb
invent
verb
-
(overgankelijk) bedenken, uitkienen, verzinnen
-
(overgankelijk) nuttige methodes, toestellen of werktuigen bedenken die niet eerder bekend waren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• invent | → uitvinden | ↔ erfinden — (transitiv) eine technische Neuheit erdenken; eine Erfindung machen |
• invent | → uitvinden | ↔ inventer — trouver quelque chose de nouveau, par la force de son esprit, de son imagination. |