Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- interruption:
-
Wiktionary:
- interruption → onderbreking
Engels
Uitgebreide vertaling voor interruption (Engels) in het Nederlands
interruption:
-
the interruption (intrusion)
-
the interruption (interference; intervention; severance; meddling)
-
the interruption (intermission)
-
the interruption (break; gap; disruption)
– an act of delaying or interrupting the continuity 1de onderbreking
Vertaal Matrix voor interruption:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
breuk | interference; interruption; intervention; meddling; severance | break; crack; cracking; crash; flaw; fraction; fracture |
interruptie | interference; interruption; intervention; meddling; severance | |
onderbreken | intermission; interruption | |
onderbreking | break; disruption; gap; interference; intermission; interruption; intervention; meddling; severance | break; delay; intermission; interval; pause; recess; reprive; respite; rest-break |
storing | interruption; intrusion | malfunction |
verbreken | intermission; interruption | |
verbreking | interference; interruption; intervention; meddling; severance | division; divorce; partition; segregation; separation |
- | break; intermission; pause; suspension | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onderbreken | break in; butt in; hamper; hinder; impede; intercede; interrupt; obstruct; stonewall; suspend | |
verbreken | adjourn; break down; sever |
Verwante woorden van "interruption":
Synoniemen voor "interruption":
Verwante definities voor "interruption":
Wiktionary: interruption
interruption
noun
interruption
-
a time interval during which there is a cessation of something
- interruption → onderbreking
-
the act of interrupting, or the state of being interrupted
- interruption → onderbreking
noun
-
een tijdelijk staken van activiteit door een onverwachte gebeurtenis