Engels
Uitgebreide vertaling voor interfere (Engels) in het Nederlands
interfere:
-
to interfere (intervene; blend; step in; stir together; mix; mind)
-
to interfere (step in; intervene; mediate; intercede; interrupt; come between; butt in)
interfereren; interveniëren; tussenkomen; ingrijpen; interrumperen; bemiddelen; tussenbeide komen-
interveniëren werkwoord (interveniëer, interveniëert, interveniëerde, interveniëerden, geïnterveniëerd)
-
interrumperen werkwoord (interrumpeer, interrumpeert, interrumpeerde, interrumpeerden, geïnterrumpeerd)
-
tussenbeide komen werkwoord (kom tussenbeide, komt tussenbeide, kwam tussenbeide, kwamen tussenbeide, tussenbeide gekomen)
Conjugations for interfere:
present
- interfere
- interfere
- interferes
- interfere
- interfere
- interfere
simple past
- interfered
- interfered
- interfered
- interfered
- interfered
- interfered
present perfect
- have interfered
- have interfered
- has interfered
- have interfered
- have interfered
- have interfered
past continuous
- was interfering
- were interfering
- was interfering
- were interfering
- were interfering
- were interfering
future
- shall interfere
- will interfere
- will interfere
- shall interfere
- will interfere
- will interfere
continuous present
- am interfering
- are interfering
- is interfering
- are interfering
- are interfering
- are interfering
subjunctive
- be interfered
- be interfered
- be interfered
- be interfered
- be interfered
- be interfered
diverse
- interfere!
- let's interfere!
- interfered
- interfering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor interfere:
Verwante woorden van "interfere":
Synoniemen voor "interfere":
Verwante definities voor "interfere":
Computer vertaling door derden: