Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- interchangeable:
- interchange:
-
Wiktionary:
- interchange → wisselen
- interchange → ruilen, inruilen, wisselen, inwisselen, uitwisselen, verruilen, knooppunt, verkeersknooppunt, verkeerswisselaar
Engels
Uitgebreide vertaling voor interchangeable (Engels) in het Nederlands
interchangeable:
-
interchangeable
uitwisselbaar-
uitwisselbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
interchangeable
-
interchangeable (exchangeable; convertible)
verwisselbaar-
verwisselbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
interchangeable (exchangeable; convertible)
inwisselbaar; wisselbaar; inruilbaar; ruilbaar-
inwisselbaar bijvoeglijk naamwoord
-
wisselbaar bijvoeglijk naamwoord
-
inruilbaar bijvoeglijk naamwoord
-
ruilbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor interchangeable:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inwisselbaar | convertible; exchangeable; interchangeable | |
uitwisselbaar | interchangeable | |
verwisselbaar | convertible; exchangeable; interchangeable | |
- | exchangeable; similar; standardised; standardized | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inruilbaar | convertible; exchangeable; interchangeable | |
omwisselbaar | interchangeable | |
ruilbaar | convertible; exchangeable; interchangeable | |
wisselbaar | convertible; exchangeable; interchangeable |
Verwante woorden van "interchangeable":
Synoniemen voor "interchangeable":
Verwante definities voor "interchangeable":
interchange:
-
to interchange (alter; change; switch; transform; vary; invent; create; make)
-
to interchange (substitute; replace; swap; reappoint)
-
to interchange (exchange; switch; swop; change; trade; convert; change for; shunt; swap)
-
to interchange (renovate; renew; redevelop; swap; exchange; resume; trade)
-
to interchange (confuse; mix up)
Conjugations for interchange:
present
- interchange
- interchange
- interchanges
- interchange
- interchange
- interchange
simple past
- interchanged
- interchanged
- interchanged
- interchanged
- interchanged
- interchanged
present perfect
- have interchanged
- have interchanged
- has interchanged
- have interchanged
- have interchanged
- have interchanged
past continuous
- was interchanging
- were interchanging
- was interchanging
- were interchanging
- were interchanging
- were interchanging
future
- shall interchange
- will interchange
- will interchange
- shall interchange
- will interchange
- will interchange
continuous present
- am interchanging
- are interchanging
- is interchanging
- are interchanging
- are interchanging
- are interchanging
subjunctive
- be interchanged
- be interchanged
- be interchanged
- be interchanged
- be interchanged
- be interchanged
diverse
- interchange!
- let's interchange!
- interchanged
- interchanging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor interchange:
Verwante woorden van "interchange":
Synoniemen voor "interchange":
Verwante definities voor "interchange":
Wiktionary: interchange
interchange
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interchange | → ruilen; inruilen; wisselen; inwisselen; uitwisselen; verruilen | ↔ échanger — donner une chose contre une autre. |
• interchange | → knooppunt; verkeersknooppunt; verkeerswisselaar | ↔ échangeur — échangeur autoroutier |