Engels
Uitgebreide vertaling voor intentness (Engels) in het Nederlands
intentness:
Vertaal Matrix voor intentness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | engrossment |
Synoniemen voor "intentness":
Verwante definities voor "intentness":
intent:
-
intent (with concentration; concentrated)
geconcentreerd; op één punt gericht-
geconcentreerd bijvoeglijk naamwoord
-
op één punt gericht bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor intent:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedoeling | intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor | |
beduidenis | intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor | |
beduiding | intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor | |
betekenis | intent; meaning; purport; sense; stature; tendency; tenor | composition; intention; meaning; merit; purpose; significance; substance; value; worth |
- | aim; design; intention; purport; purpose; spirit | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geconcentreerd | concentrated; intent; with concentration | concentrated; intently; strenuous; with concentration |
- | absorbed; captive; engrossed; enwrapped; wrapped | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | intention | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
op één punt gericht | concentrated; intent; with concentration |
Verwante woorden van "intent":
Synoniemen voor "intent":
Verwante definities voor "intent":
Wiktionary: intent
intent
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• intent | → aandachtig; oplettend; attent | ↔ attentif — Qui a de l’attention, de la concentration sur quelque chose. |
• intent | → doel; doelstelling; oogmerk | ↔ but — Objectif. |
• intent | → doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; doelstelling; doelwit; honk; wit | ↔ dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général) |
• intent | → doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; zeggen; woord; betoog | ↔ propos — parole échanger dans la conversation. |
Computer vertaling door derden: