Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- insured:
-
Wiktionary:
- insured → verzekerde
- insure → borgen, verzekeren, garanderen, waarborgen, [[doen in verzekeringen]], assureren
Engels
Uitgebreide vertaling voor insured (Engels) in het Nederlands
insured:
-
the insured (policyholder)
de verzekerde
Vertaal Matrix voor insured:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verzekerde | insured; policyholder | |
- | insured person | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gedekt | covered; insured; secured | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gecovered | covered; insured; secured | |
gezekerd | covered; insured; secured |
Verwante woorden van "insured":
Synoniemen voor "insured":
Antoniemen van "insured":
Verwante definities voor "insured":
Wiktionary: insured
insured
noun
-
iemand wiens belang of lijf is verzekerd
insure:
Vertaal Matrix voor insure:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ascertain; assure; check; control; cover; ensure; guarantee; secure; see; see to it; underwrite |
Verwante woorden van "insure":
Synoniemen voor "insure":
Verwante definities voor "insure":
Wiktionary: insure
insure
verb
insure
-
to assure, give confidence in the trustworthiness
- insure → borgen; verzekeren
-
to make sure or certain of; guarantee
- insure → verzekeren; garanderen; waarborgen
-
to deal in such contracts
- insure → verzekeren; [[doen in verzekeringen]]
-
to provide for compensation if some risk occurs
- insure → verzekeren
verb
-
(overgankelijk) verzekeren
-
(overgankelijk) verklaren dat iets toekomstigs met zekerheid te verwachten is