Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal innocence

Vertaal innocence van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

innocence:
- onschuld; naïveteit; argeloosheid; onbedorvenheid; kuisheid; reinheid; onschuldigheid; zedigheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid
Wiktionary:
- innocence → onschuld

Engels

Uitgebreide vertaling voor innocence (Engels) in het Nederlands

innocence:

innocence [the ~] zelfstandig naamwoord

the innocence (naïvety)
de onschuld; de naïveteit; de argeloosheid; onbedorvenheid
- onschuld [de ~] zelfstandig naamwoord
- naïveteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- argeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onbedorvenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
the innocence (immaculacy; chastity; purity)
de kuisheid; de reinheid; onschuldigheid; de zedigheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid
- kuisheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- reinheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onschuldigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- zedigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onbevlektheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- onbezoedeldheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor innocence:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argeloosheid	innocence; naïvety
kuisheid	chastity; immaculacy; innocence; purity
naïveteit	innocence; naïvety	credulity; foolishness; gullibility; inanity; naiveté; naïvete; silliness
onbedorvenheid	innocence; naïvety
onbevlektheid	chastity; immaculacy; innocence; purity
onbezoedeldheid	chastity; immaculacy; innocence; purity
onschuld	innocence; naïvety
onschuldigheid	chastity; immaculacy; innocence; purity
reinheid	chastity; immaculacy; innocence; purity	blamelessness
zedigheid	chastity; immaculacy; innocence; purity	modesty; quietness
-	artlessness; ingenuousness; naturalness; pureness; purity; sinlessness; whiteness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	harmlessness

Synoniemen voor "innocence":

artlessness; ingenuousness; naturalness; naivete; naivety; naiveness
purity; pureness; sinlessness; whiteness; condition; status

Antoniemen van "innocence":

guilt

Verwante definities voor "innocence":

the quality of innocent naivete¹
a state or condition of being innocent of a specific crime or offense¹
- the trial established his innocence¹
the state of being unsullied by sin or moral wrong; lacking a knowledge of evil¹

Wiktionary: innocence

innocence

noun

lack of understanding about sensitive subjects such as sexuality and crime
- innocence → onschuld
absence of responsibility for a crime
- innocence → onschuld

Verwante vertalingen van innocence

declare one's innocence

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University