Innkeeper in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

innkeeper:
- waard; herbergier; kastelein; kroegbaas; caféhouder; café-eigenaar; kroeghouder; hotelier; hotelhouder; hotelbezitter; logementhouder
Wiktionary:
- innkeeper → waard
- innkeeper → herbergier, logementhouder, waard, waardin

Engels

Uitgebreide vertaling voor innkeeper (Engels) in het Nederlands

the innkeeper (landlord; licensee; landlady; publican; licensed victualler; licencee)
de waard; de herbergier; de kastelein
- waard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- herbergier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kastelein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the innkeeper (shopkeeper; pub-keeper)
de kroegbaas; de waard; de caféhouder; de kastelein
- kroegbaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- waard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- caféhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kastelein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the innkeeper (host; landlord; pub-keeper; lodging-house keeper; café keeper)
de waard; de kroegbaas; de café-eigenaar
- waard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kroegbaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- café-eigenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the innkeeper (barkeeper; landlord; publican)
de kastelein; de kroeghouder
- kastelein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kroeghouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the innkeeper (hotelkeeper; lodging keeper)
de hotelier; de hotelhouder; hotelbezitter
- hotelier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hotelhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hotelbezitter [znw.] zelfstandig naamwoord
the innkeeper (hotelkeeper; lodging keeper)
logementhouder
- logementhouder [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
café-eigenaar	café keeper; host; innkeeper; landlord; lodging-house keeper; pub-keeper
caféhouder	innkeeper; pub-keeper; shopkeeper
herbergier	innkeeper; landlady; landlord; licencee; licensed victualler; licensee; publican
hotelbezitter	hotelkeeper; innkeeper; lodging keeper
hotelhouder	hotelkeeper; innkeeper; lodging keeper
hotelier	hotelkeeper; innkeeper; lodging keeper
kastelein	barkeeper; innkeeper; landlady; landlord; licencee; licensed victualler; licensee; pub-keeper; publican; shopkeeper	gate keeper; landlord
kroegbaas	café keeper; host; innkeeper; landlord; lodging-house keeper; pub-keeper; shopkeeper
kroeghouder	barkeeper; innkeeper; landlord; publican
logementhouder	hotelkeeper; innkeeper; lodging keeper
waard	café keeper; host; innkeeper; landlady; landlord; licencee; licensed victualler; licensee; lodging-house keeper; pub-keeper; publican; shopkeeper
-	boniface; host
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
waard		worth
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	caterer; restaurateur

innkeeper

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• innkeeper	→ herbergier; logementhouder; waard; waardin	↔ aubergiste — Celui ou celle qui tenir auberge.