Inflation in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

inflation:
- inflatie; prijsstijging; geldontwaarding; prijsverhoging; vulling; opvulling; vulsel
inflate:
- vullen; volschenken
Wiktionary:
- inflation → uitdijing, inflatie, opblazen
- inflate → opblazen, opzwellen
- inflate → opzwellen, zwellen, vergroten, opblazen, doen zwellen, oppompen, verhogen

Engels

Uitgebreide vertaling voor inflation (Engels) in het Nederlands

inflation:

inflation [the ~] zelfstandig naamwoord

the inflation (currency depreciation)
de inflatie; de prijsstijging; de geldontwaarding; de prijsverhoging
- inflatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- prijsstijging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geldontwaarding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- prijsverhoging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the inflation (stuffing; filling; padding; refill; stopping)
de vulling; de opvulling; het vulsel
- vulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opvulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vulsel [het ~] zelfstandig naamwoord
the inflation
de inflatie
- inflatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the inflation

– The overall price movement (generally upward) of goods and services in an economy. ¹
de inflatie
- inflatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor inflation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geldontwaarding	currency depreciation; inflation
inflatie	currency depreciation; inflation
opvulling	filling; inflation; padding; refill; stopping; stuffing	padding
prijsstijging	currency depreciation; inflation	price increase
prijsverhoging	currency depreciation; inflation	price increase
vulling	filling; inflation; padding; refill; stopping; stuffing	filling; padding; stuffing
vulsel	filling; inflation; padding; refill; stopping; stuffing	filling; padding; stuffing
-	ostentation; ostentatiousness; pomposity; pompousness; pretentiousness; puffiness; rising prices; splashiness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	conceit

Verwante woorden van "inflation":

disinflation, inflate

Synoniemen voor "inflation":

rising prices; economic process
explosion; detonation; blowup
ostentation; ostentatiousness; pomposity; pompousness; pretentiousness; puffiness; splashiness; inelegance
expansion; enlargement

Antoniemen van "inflation":

deflation; disinflation

Verwante definities voor "inflation":

the act of filling something with air²
lack of elegance as a consequence of being pompous and puffed up with vanity²
(cosmology) a brief exponential expansion of the universe (faster than the speed of light) postulated to have occurred shortly after the big bang²
a general and progressive increase in prices²
- in inflation everything gets more valuable except money²
The overall price movement (generally upward) of goods and services in an economy.¹

Wiktionary: inflation

inflation

noun

inflation of the universe
- inflation → uitdijing
increase in prices
- inflation → inflatie
expansion or increase in size
- inflation → opblazen

inflation

noun

het stijgen van het prijspeil waardoor het geld zijn waarde verliest
- inflatie → inflation

inflate:

to inflate werkwoord (inflates, inflated, inflating)

to inflate (fill; fill in)
vullen; volschenken
- vullen werkwoord (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
- volschenken werkwoord (schenk vol, schenkt vol, schonk vol, schonken vol, volgeschonken)

Conjugations for inflate:

present

inflate
inflate
inflates
inflate
inflate
inflate

simple past

inflated
inflated
inflated
inflated
inflated
inflated

present perfect

have inflated
have inflated
has inflated
have inflated
have inflated
have inflated

past continuous

was inflating
were inflating
was inflating
were inflating
were inflating
were inflating

future

shall inflate
will inflate
will inflate
shall inflate
will inflate
will inflate

continuous present

am inflating
are inflating
is inflating
are inflating
are inflating
are inflating

subjunctive

be inflated
be inflated
be inflated
be inflated
be inflated
be inflated

diverse

inflate!
let's inflate!
inflated
inflating

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor inflate:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
volschenken	fill; fill in; inflate
vullen	fill; fill in; inflate	fill; fill in; fill up; top up
-	amplify; balloon; billow; blow up; expand

Verwante woorden van "inflate":

inflating, inflatable, inflated, inflation

Synoniemen voor "inflate":

blow up; expand
expand; amplify; increase
change; alter; modify
reduce; cut down; cut back; trim; trim down; trim back; cut; bring down
balloon; billow

Antoniemen van "inflate":

deflate

Verwante definities voor "inflate":

become inflated²
fill with gas or air²
- inflate a balloons²
exaggerate or make bigger²
- The charges were inflated²
increase the amount or availability of, creating a rise in value²
- inflate the currency²
cause prices to rise by increasing the available currency or credit²
- The war inflated the economy²

Wiktionary: inflate

inflate

verb

een gas in een uitzetbare ruimte pompen
- opblazen → inflate
in volume toenemen
- opzwellen → schwellen; inflate; swell

Cross Translation:

From	To	Via
• inflate	→ opzwellen; zwellen; vergroten	↔ enfler — augmenter un corps de volume ; gonfler.
• inflate	→ opblazen; doen zwellen	↔ gonfler — Augmenter de volume, faire saillir.
• inflate	→ doen zwellen; oppompen; verhogen	↔ hausser — rendre plus haut, mettre dans une situation plus haute, élever.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van inflation