Engels
Uitgebreide vertaling voor inferior (Engels) in het Nederlands
inferior:
-
inferior (poor)
inferieur; minderwaardig; slecht; zwak; ondermaats; tweederangs; ondeugdelijk; arm-
inferieur bijvoeglijk naamwoord
-
minderwaardig bijvoeglijk naamwoord
-
slecht bijvoeglijk naamwoord
-
zwak bijvoeglijk naamwoord
-
ondermaats bijvoeglijk naamwoord
-
tweederangs bijvoeglijk naamwoord
-
ondeugdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
arm bijvoeglijk naamwoord
-
-
inferior (subordinate; secondary; minor)
ondergeschikt; inferieur; bijkomstig; onderhorig; onderworpen-
ondergeschikt bijvoeglijk naamwoord
-
inferieur bijvoeglijk naamwoord
-
bijkomstig bijvoeglijk naamwoord
-
onderhorig bijvoeglijk naamwoord
-
onderworpen bijvoeglijk naamwoord
-
-
inferior (small; little; tiny; short; minuscule; diminutive; undersized; inadequate; low-grade; middling; shortish)
klein; ondermaats; van geringe afmeting-
klein bijvoeglijk naamwoord
-
ondermaats bijvoeglijk naamwoord
-
van geringe afmeting bijvoeglijk naamwoord
-
-
inferior (incapable; incompetent; unsound; inexpert)
incapabel; onbekwaam; incompetent; ongeschikt-
incapabel bijvoeglijk naamwoord
-
onbekwaam bijvoeglijk naamwoord
-
incompetent bijvoeglijk naamwoord
-
ongeschikt bijvoeglijk naamwoord
-
-
the inferior