Engels

Uitgebreide vertaling voor indigenous (Engels) in het Nederlands

indigenous:

indigenous bijvoeglijk naamwoord

  1. indigenous (autochthonal; native; domestic)
    autochtoon; inheems; inlands
  2. indigenous (native; innate; local; )
    inheemse; inlandse

indigenous [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the indigenous (native; aboriginal)
    oorpronkelijke bewoner; autochtoon; de inboorling; de inlander; ingeborene

Vertaal Matrix voor indigenous:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autochtoon aboriginal; indigenous; native
inboorling aboriginal; indigenous; native
ingeborene aboriginal; indigenous; native
inlander aboriginal; indigenous; native
oorpronkelijke bewoner aboriginal; indigenous; native
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autochtoon autochthonal; domestic; indigenous; native native
inheems autochthonal; domestic; indigenous; native native
inlands autochthonal; domestic; indigenous; native native
- autochthonal; autochthonic; autochthonous; endemic
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inheemse aboriginal; inborn; indigenous; innate; local; native; natural
inlandse aboriginal; inborn; indigenous; innate; local; native; natural

Synoniemen voor "indigenous":


Verwante definities voor "indigenous":

  1. originating where it is found1
    • the Ainu are indigenous to the northernmost islands of Japan1

Wiktionary: indigenous

indigenous
adjective
  1. innate, inborn
  2. born or engendered in, native to a land or region
indigenous
adjective
  1. van oorsprong ergens voorkomend

Cross Translation:
FromToVia
indigenous inheems; inlands; binnenlands; landelijk aborigène — anthropo|fr Qui est originaire du pays où il vivre.