Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. incumbent:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor incumbent (Engels) in het Nederlands

incumbent:

incumbent [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the incumbent (regent; viceroy)
    de plaatsbekleder; de stadhouder

Vertaal Matrix voor incumbent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plaatsbekleder incumbent; regent; viceroy
stadhouder incumbent; regent; viceroy governor; viceroy
- officeholder

Verwante woorden van "incumbent":

  • incumbents

Synoniemen voor "incumbent":


Verwante definities voor "incumbent":

  1. currently holding an office1
    • the incumbent governor1
  2. necessary (for someone) as a duty or responsibility; morally binding1
    • it is incumbent on them to pay their own debts1
  3. lying or leaning on something else1
    • an incumbent geological formation1
  4. the official who holds an office1

Wiktionary: incumbent

incumbent
noun
  1. current holder of an office
adjective
  1. being the current holder of an office

Cross Translation:
FromToVia
incumbent geestelijke; pastoor; pastor; zielszorger; zielverzorger; priester curéprêtre de l'église catholique romaine pourvoir d’une cure.