Incising in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

incising:
- graveerwerk; graveren; gravure; gravering
incise:
- groeven; insnijden; inkerven; graveren; met een stift inkrassen; griffen; griffelen

Engels

Uitgebreide vertaling voor incising (Engels) in het Nederlands

incising:

incising [the ~] zelfstandig naamwoord

the incising (engraving; inscribing)
graveerwerk; graveren; de gravure
- graveerwerk [znw.] zelfstandig naamwoord
- graveren [znw.] zelfstandig naamwoord
- gravure [de ~] zelfstandig naamwoord
the incising (engraving)
de gravering
- gravering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor incising:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
graveerwerk	engraving; incising; inscribing
graveren	engraving; incising; inscribing
gravering	engraving; incising
gravure	engraving; incising; inscribing	copperplate; etching
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
graveren		engrave; etch; incise; inscribe

Verwante woorden van "incising":

incise

incising vorm van incise:

to incise werkwoord (incises, incised, incising)

to incise (groove; score)
groeven; insnijden; inkerven
- groeven werkwoord (groef, groeft, groefde, groefden, gegroefd)
- insnijden werkwoord (snij in, snijdt in, sneed in, sneden in, ingesneden)
- inkerven werkwoord (kerf in, kerft in, kerfde in, kerfden in, ingekerfd)
to incise (engrave; inscribe)
graveren; met een stift inkrassen; griffen; griffelen
- graveren werkwoord (graveer, graveert, graveerde, graveerden, gegraveerd)
- met een stift inkrassen werkwoord
- griffen werkwoord (grif, grift, grifde, grifden, gegrift)
- griffelen werkwoord

Conjugations for incise:

present

incise
incise
incises
incise
incise
incise

simple past

incised
incised
incised
incised
incised
incised

present perfect

have incised
have incised
has incised
have incised
have incised
have incised

past continuous

was incising
were incising
was incising
were incising
were incising
were incising

future

shall incise
will incise
will incise
shall incise
will incise
will incise

continuous present

am incising
are incising
is incising
are incising
are incising
are incising

subjunctive

be incised
be incised
be incised
be incised
be incised
be incised

diverse

incise!
let's incise!
incised
incising

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor incise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
graveren		engraving; incising; inscribing
groeven		grooves; hollows
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
graveren	engrave; incise; inscribe	etch
griffelen	engrave; incise; inscribe
griffen	engrave; incise; inscribe
groeven	groove; incise; score
inkerven	groove; incise; score	jag; notch
insnijden	groove; incise; score	nick; notch; score
met een stift inkrassen	engrave; incise; inscribe

Verwante woorden van "incise":

incising, incised, incisive, incision

Synoniemen voor "incise":

Verwante definities voor "incise":

make an incision into by carving or cutting¹

Remove Ads

Vertaal incising van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor incising (Engels) in het Nederlands

incising:

incising [the ~] zelfstandig naamwoord

the incising (engraving; inscribing)

the incising (engraving)

Vertaal Matrix voor incising:

Verwante woorden van "incising":

incising vorm van incise:

to incise werkwoord (incises, incised, incising)

to incise (groove; score)

to incise (engrave; inscribe)

Conjugations for incise:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor incise:

Verwante woorden van "incise":

Synoniemen voor "incise":

Verwante definities voor "incise":