Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. in fact:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor in fact:
    • sterker nog


Engels

Uitgebreide vertaling voor in fact (Engels) in het Nederlands

in fact:

in fact bijwoord

  1. in fact (actually; actual; really; real)
    eigenlijk; werkelijk
  2. in fact (actually; really; actual; )
    daadwerkelijk; werkelijk; in feite; feitelijk; in werkelijkheid
  3. in fact (really; effectively; real; )
    effectief; reëel; werkelijk; metterdaad; warempel; echt; heus; waarachtig; waar

Vertaal Matrix voor in fact:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echt consummation of marriage; marital state; marital union; marriage; matrimonial band; matrimony; wedlock
waar articles; business; commerce; commodities; commodity; goods; items; merchandise; produce; stuff; things; trade; ware; wares
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daadwerkelijk actual; actually; as a matter of fact; in fact; real; really; true actual; indeed
echt effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough actual; every inch; genuine; in heart and soul; in truth; indeed; it's true; real; really; serious; straight; to be sure; truly; unadulterated
effectief effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough effective; efficient
eigenlijk actual; actually; in fact; real; really
feitelijk actual; actually; as a matter of fact; in fact; real; really; true actually; certainly; definitely; factually; genuinely; indeed; really; surely; truthfully
heus effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough actual; actually; certainly; definitely; factually; genuine; genuinely; in truth; indeed; it's true; real; really; sure; surely; to be sure; truly; truthfully; undoubtedly
reëel effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough actually; certainly; definitely; factually; genuinely; indeed; realistic; really; surely; truly; truthfully
waar effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough exact; precise; right; true; truethfull; veritable
waarachtig effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough actually; certainly; definitely; factually; genuinely; indeed; really; sure; sure enough; surely; true; truly; truthfully; undoubtedly; veritable
werkelijk actual; actually; as a matter of fact; effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough; true actual; genuine; in truth; indeed; it's true; real; really; to be sure; true; truly; veritable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
metterdaad effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough actual; indeed
warempel effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough
- as a matter of fact; in point of fact
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
waar where
- actually; in reality
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in feite actual; actually; as a matter of fact; in fact; real; really; true
in werkelijkheid actual; actually; as a matter of fact; in fact; real; really; true

Synoniemen voor "in fact":


Verwante definities voor "in fact":

  1. in reality or actuality1
    • in fact, it was a wonder anyone survived1
    • painters who are in fact anything but unsophisticated1

Wiktionary: in fact

in fact
adverb
  1. actually, in truth
in fact

Verwante vertalingen van in fact