Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. impractical:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor impractical (Engels) in het Nederlands

impractical:

impractical bijvoeglijk naamwoord

  1. impractical (unfeasible; hopeless)
    onbegonnen; onuitvoerbaar; onpraktisch

Vertaal Matrix voor impractical:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbegonnen hopeless; impractical; unfeasible
onpraktisch hopeless; impractical; unfeasible
onuitvoerbaar hopeless; impractical; unfeasible impractible; not feasible; unrealistic
- Laputan; airy; visionary; windy

Verwante woorden van "impractical":

  • impractically

Synoniemen voor "impractical":


Antoniemen van "impractical":


Verwante definities voor "impractical":

  1. not practical; not workable or not given to practical matters1
    • refloating the ship proved impractical because of the expense1
    • he is intelligent but too impractical for commercial work1
    • an impractical solution1
  2. not practical or realizable; speculative1

Wiktionary: impractical

impractical
adjective
  1. not practical