Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. impending:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor impending (Engels) in het Nederlands

impending:

impending bijvoeglijk naamwoord

  1. impending (threatening; imminent; terrifying; )
    dreigend; eng
    • dreigend bijvoeglijk naamwoord
    • eng bijvoeglijk naamwoord
  2. impending (threatening; dangerous; imminent; unsafe)
    bedreigend; gevaarlijk

Vertaal Matrix voor impending:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedreigend dangerous; imminent; impending; threatening; unsafe
dreigend alarming; creepy; frightening; frightful; grisly; imminent; impending; scary; spooky; terrifying; threatening ominous; sinister
eng alarming; creepy; frightening; frightful; grisly; imminent; impending; scary; spooky; terrifying; threatening alarming; cramped; creepy; disquieting; disturbing; eerie; fearfull; frightening; frightning; grizly; lugubrious; narrow; narrowly; ominous; scary; sinister; small; terrifying; tight
gevaarlijk dangerous; imminent; impending; threatening; unsafe alarming; appalling; creepy; dangerous; deceptive; frightening; frightful; ghastly; grisly; gruesome; hazardous; perfidious; perilous; risky; scary; spooky; terrifying; traitorous; treacherous; underhand; unsafe
- at hand; close at hand; imminent; impendent

Synoniemen voor "impending":


Verwante definities voor "impending":

  1. close in time; about to occur1
    • his impending retirement1

Wiktionary: impending

impending
adjective
  1. about to happen
impending
adjective
  1. van de tijd die komen gaat