Engels
Uitgebreide vertaling voor idler (Engels) in het Nederlands
idler:
Vertaal Matrix voor idler:
Verwante woorden van "idler":
Synoniemen voor "idler":
Verwante definities voor "idler":
idle:
-
idle (empty; unused)
-
idle (bearing no interests)
-
idle (inactive)
inactief; lethargisch; apathisch-
inactief bijvoeglijk naamwoord
-
lethargisch bijvoeglijk naamwoord
-
apathisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
idle (aimless; purposeless)
-
idle (meaningless; hollow; empty)
nietszeggend; hol; inhoudsloos; leeg-
nietszeggend bijvoeglijk naamwoord
-
hol bijvoeglijk naamwoord
-
inhoudsloos bijvoeglijk naamwoord
-
leeg bijvoeglijk naamwoord
-
-
idle (lazy; slack; workshy; slow)
-
idle
– Operational but not in use. 2niet-actief-
niet-actief bijvoeglijk naamwoord
-
-
to idle (lounge about; lounge around; sit around)
-
to idle (loaf)
Conjugations for idle:
present
- idle
- idle
- idles
- idle
- idle
- idle
simple past
- idled
- idled
- idled
- idled
- idled
- idled
present perfect
- have idled
- have idled
- has idled
- have idled
- have idled
- have idled
past continuous
- was idling
- were idling
- was idling
- were idling
- were idling
- were idling
future
- shall idle
- will idle
- will idle
- shall idle
- will idle
- will idle
continuous present
- am idling
- are idling
- is idling
- are idling
- are idling
- are idling
subjunctive
- be idled
- be idled
- be idled
- be idled
- be idled
- be idled
diverse
- idle!
- let's idle!
- idled
- idling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor idle:
Verwante woorden van "idle":
Synoniemen voor "idle":
Antoniemen van "idle":
Verwante definities voor "idle":
Wiktionary: idle
idle
Cross Translation:
adjective
idle
-
of no importance, worthless, useless
- idle → nutteloos
-
not turned to appropriate use, not occupied
- idle → inactief
-
not engaged in any occupation or employment
- idle → nietsdoend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• idle | → Ontspannen | ↔ faulenzen — nichts tun, es sich gutgehen lassen, faul sein |
• idle | → onnodig; nutteloos | ↔ müßig — von Gedanken, Ideen und Fragen: ohne praktische Bedeutung |
• idle | → werkeloos; vrij | ↔ müßig — keine oder keine sinnvolle Beschäftigung ausübend |
• idle | → werkeloos; inactief | ↔ untätig — abwertend: nichts tuend, faul |
• idle | → traag | ↔ oisif — Qui ne faire rien, qui n’a pas d’occupation, de profession. |
Computer vertaling door derden: