Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ib.:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ib. (Engels) in het Nederlands

ib.:

ib. bijwoord

  1. ib. (ibid.; in the same place)
    ibid.; ib.; t.z.p.
    • ibid. bijvoeglijk naamwoord
    • ib. bijvoeglijk naamwoord
    • t.z.p. bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ib.:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ibid.; ibidem
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ib. ib.; ibid.; in the same place
ibid. ib.; ibid.; in the same place
t.z.p. ib.; ibid.; in the same place

Synoniemen voor "ib.":


Verwante definities voor "ib.":

  1. in the same place (used when citing a reference)1