Hunt in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

hunt:
- jagen; jacht; wildjacht; jachtpartij; jaagpartij; jachtexpeditie
- azen; prooizoeken; speuren; neuzen
Wiktionary:
- hunt → zoeken, jagen
- hunt → jacht
- hunt → jacht, jacht maken op, jagen, bejagen

Engels

Uitgebreide vertaling voor hunt (Engels) in het Nederlands

hunt:

hunt [the ~] zelfstandig naamwoord

the hunt (hunting)
jagen; de jacht
- jagen [znw.] zelfstandig naamwoord
- jacht [de ~] zelfstandig naamwoord
the hunt (hunting party; shooting party; shoot)
de jacht; wildjacht; de jachtpartij; jaagpartij
- jacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- wildjacht [znw.] zelfstandig naamwoord
- jachtpartij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- jaagpartij [znw.] zelfstandig naamwoord
the hunt (hunting expedition)
jachtexpeditie
- jachtexpeditie [znw.] zelfstandig naamwoord

to hunt werkwoord (hunts, hunted, hunting)

to hunt (bait; catch; dart; snare)
azen; prooizoeken
- azen werkwoord
- prooizoeken werkwoord
to hunt (browse; nose around; investigate; ferret around; nose about; ferret about; search)
speuren; neuzen
- speuren werkwoord (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
- neuzen werkwoord (neus, neust, neusde, neusden, geneusd)

Conjugations for hunt:

present

hunt
hunt
hunts
hunt
hunt
hunt

simple past

hunted
hunted
hunted
hunted
hunted
hunted

present perfect

have hunted
have hunted
has hunted
have hunted
have hunted
have hunted

past continuous

was hunting
were hunting
was hunting
were hunting
were hunting
were hunting

future

shall hunt
will hunt
will hunt
shall hunt
will hunt
will hunt

continuous present

am hunting
are hunting
is hunting
are hunting
are hunting
are hunting

subjunctive

be hunted
be hunted
be hunted
be hunted
be hunted
be hunted

diverse

hunt!
let's hunt!
hunted
hunting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor hunt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
azen		aiming at; aiming for; strive for
jaagpartij	hunt; hunting party; shoot; shooting party
jacht	hunt; hunting; hunting party; shoot; shooting party	hunting
jachtexpeditie	hunt; hunting expedition
jachtpartij	hunt; hunting party; shoot; shooting party
jagen	hunt; hunting
wildjacht	hunt; hunting party; shoot; shooting party
-	hunt club; hunting; search
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
azen	bait; catch; dart; hunt; snare
jagen		hasten; hurry; hurry up; make haste; rouse; rush
neuzen	browse; ferret about; ferret around; hunt; investigate; nose about; nose around; search
prooizoeken	bait; catch; dart; hunt; snare
speuren	browse; ferret about; ferret around; hunt; investigate; nose about; nose around; search	inquire; investigate; research; search for; sniff around
-	hound; hunt down; run; trace; track down

Verwante woorden van "hunt":

hunting, hunted, hunts

Synoniemen voor "hunt":

Hunt; Holman Hunt; William Holman Hunt; Pre-Raphaelite
Richard Morris Hunt; architect; designer
Leigh Hunt; James Henry Leigh Hunt; writer; author
hunt club; club; social club; society; guild; gild; lodge; order
search
search; hunting; activity
labor; labour; toil
outdoor sport; field sport; blood sport
run; hunt down; track down; capture; catch
hound; trace; chase; chase after; trail; tail; tag; give chase; dog; go after; track
rout out; drive out; force out; rouse
yaw
oscillate; vibrate
search; seek; look for
look

Verwante definities voor "hunt":

the pursuit and killing or capture of wild animals regarded as a sport¹
the work of finding and killing or capturing animals for food or pelts¹
the activity of looking thoroughly in order to find something or someone¹
an instance of searching for something¹
- the hunt for submarines¹
an association of huntsmen who hunt for sport¹
pursue for food or sport (as of wild animals)¹
- Goering often hunted wild boars in Poland¹
- The Duke hunted in these woods¹
search (an area) for prey¹
- The King used to hunt these forests¹
seek, search for¹
- She hunted for her reading glasses but was unable to locate them¹
oscillate about a desired speed, position, or state to an undesirable extent¹
- The oscillator hunts about the correct frequency¹
pursue or chase relentlessly¹
- The hunters traced the deer into the woods¹
yaw back and forth about a flight path¹
chase away, with as with force¹
- They hunted the unwanted immigrants out of the neighborhood¹

Wiktionary: hunt

hunt

verb

to search for something
- hunt → zoeken
to chase down prey
- hunt → jagen

noun

the act of hunting, shooting
- hunt → jacht

hunt

noun

het achtervolgen van wild
- jacht → hunt

Cross Translation:

From	To	Via
• hunt	→ jacht	↔ Jagd — das Aufsuchen, Nachstellen, Fangen, Erlegen und Aneignen; dort wo Jagdrecht existiert, das waidgerechte Erlegen von Wildtieren
• hunt	→ jacht	↔ chasse — Action de poursuivre pour capturer ou tuer
• hunt	→ jacht maken op; jagen; bejagen	↔ chasser — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van hunt

Remove Ads

Vertaal hunt van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hunt (Engels) in het Nederlands

hunt:

hunt [the ~] zelfstandig naamwoord

the hunt (hunting)

the hunt (hunting party; shooting party; shoot)

the hunt (hunting expedition)

to hunt werkwoord (hunts, hunted, hunting)

to hunt (bait; catch; dart; snare)

to hunt (browse; nose around; investigate; ferret around; nose about; ferret about; search)

Conjugations for hunt:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor hunt:

Verwante woorden van "hunt":

Synoniemen voor "hunt":

Verwante definities voor "hunt":

Wiktionary: hunt

Verwante vertalingen van hunt