Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal hugging

Vertaal hugging van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hugging:
  2. hug:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor hugging (Engels) in het Nederlands

hugging:

hugging [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hugging (cuddling; snuggling)
    de liefkozing; het geknuffel

Vertaal Matrix voor hugging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geknuffel cuddling; hugging; snuggling
liefkozing cuddling; hugging; snuggling caress; cuddle; daintiness; fondling; gentleness; hug; lovingness; stroking; tenderness; warm heartedness
- caressing; cuddling; fondling; kissing; necking; petting; smooching; snuggling

Synoniemen voor "hugging":


Verwante definities voor "hugging":

  1. affectionate play (or foreplay without contact with the genital organs)1

hug:

hug [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hug (caress)
    de knuffel; de liefkozing
    • knuffel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • liefkozing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the hug (embrace)
    de omhelzing; de omarming
    • omhelzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • omarming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. the hug (caress; cuddle; fondling)
    de liefkozing; de streling; aanhalen; de aanhaling
  4. the hug
    knuffelpartij

to hug werkwoord (hugs, hugged, hugging)

  1. to hug (cuddle; fondle; stroke; caress)
    knuffelen; liefkozen
    • knuffelen werkwoord (knuffel, knuffelt, knuffelde, knuffelden, geknuffeld)
    • liefkozen werkwoord (liefkoos, liefkoost, liefkoosde, liefkoosden, geliefkoosd)
  2. to hug (embrace; cuddle)
    omhelzen; omarmen; omstrengelen
    • omhelzen werkwoord (omhels, omhelst, omhelsde, omhelsden, omhelsd)
    • omarmen werkwoord (omarm, omarmt, omarmde, omarmden, omarmd)
    • omstrengelen werkwoord (omstrengel, omstrengelt, omstrengelde, omstrengelden, omstrengeld)
  3. to hug (caress; cuddle; pet; chuck)
    kozen
    • kozen werkwoord (koos, koost, koosde, koosden, gekoosd)
  4. to hug (caress; pet)
    knuffen
    • knuffen werkwoord (knuf, knuft, knufte, knuften, geknufd)

Conjugations for hug:

present
  1. hug
  2. hug
  3. hugs
  4. hug
  5. hug
  6. hug
simple past
  1. hugged
  2. hugged
  3. hugged
  4. hugged
  5. hugged
  6. hugged
present perfect
  1. have hugged
  2. have hugged
  3. has hugged
  4. have hugged
  5. have hugged
  6. have hugged
past continuous
  1. was hugging
  2. were hugging
  3. was hugging
  4. were hugging
  5. were hugging
  6. were hugging
future
  1. shall hug
  2. will hug
  3. will hug
  4. shall hug
  5. will hug
  6. will hug
continuous present
  1. am hugging
  2. are hugging
  3. is hugging
  4. are hugging
  5. are hugging
  6. are hugging
subjunctive
  1. be hugged
  2. be hugged
  3. be hugged
  4. be hugged
  5. be hugged
  6. be hugged
diverse
  1. hug!
  2. let's hug!
  5. hugged
  6. hugging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor hug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhalen caress; cuddle; fondling; hug caress; stroking
aanhaling caress; cuddle; fondling; hug citation; quotation; quote
knuffel caress; hug
knuffelpartij hug
liefkozing caress; cuddle; fondling; hug caress; cuddling; daintiness; gentleness; hugging; lovingness; snuggling; stroking; tenderness; warm heartedness
omarming embrace; hug
omhelzing embrace; hug
streling caress; cuddle; fondling; hug caress; stroking
- clinch; squeeze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhalen cite; quote; sharpen; tighten
knuffelen caress; cuddle; fondle; hug; stroke
knuffen caress; hug; pet
kozen caress; chuck; cuddle; hug; pet
liefkozen caress; cuddle; fondle; hug; stroke caress; caress each other; cuddle; love; make love; neck
omarmen cuddle; embrace; hug
omhelzen cuddle; embrace; hug
omstrengelen cuddle; embrace; hug
- bosom; embrace; squeeze

Verwante woorden van "hug":

  • hugs, huger, hugest

Synoniemen voor "hug":


Verwante definities voor "hug":

  1. a tight or amorous embrace1
    • come here and give me a big hug1
  2. fit closely or tightly1
    • The dress hugged her hips1
  3. squeeze (someone) tightly in your arms, usually with fondness1
    • He hugged her close to him1

Wiktionary: hug

hug
noun
  1. affectionate embrace
verb
  1. embrace
hug
noun
  1. één van de meest voorkomende menselijke gebaren, naast het geven van een kus, om affectie te tonen
verb
  1. omhelzen
Cross Translation:
FromToVia
• hug → omarming ↔ Umarmung — das Umfassen des Oberkörpers oder des Halses mit beiden Armen; Geste der Zuneigung







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0342 seconde
Page rendered in 1.0 seconds