Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. housebreaker:


Engels

Uitgebreide vertaling voor housebreaker (Engels) in het Nederlands

housebreaker:

housebreaker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the housebreaker (burglar; thief; intruder; )
    de inbreker; de geveltoerist; de binnendringer; de dief

Vertaal Matrix voor housebreaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnendringer burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief infiltrator; interloper; intruder; sneak thief; sneak-thief; spy; trespasser
dief burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief robber; thief
geveltoerist burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief
inbreker burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief
- cat burglar; housewrecker

Synoniemen voor "housebreaker":


Verwante definities voor "housebreaker":

  1. a burglar who unlawfully breaks into and enters another person's house1
  2. a wrecker of houses1
    • in England a housewrecker is called a housebreaker1