Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hotel business:


Engels

Uitgebreide vertaling voor hotel business (Engels) in het Nederlands

hotel business:

hotel business [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hotel business (hotel)
    het hotel; de herberg
    • hotel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • herberg [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the hotel business (hotel trade; hotel industry; hotels)
    de hotellerie
  3. the hotel business (hotel industry)
    het hotelwezen
  4. the hotel business (hotel industry)
    het hotelbedrijf
  5. the hotel business (hotel industry; hotels)
    hotelmaatschappij

Vertaal Matrix voor hotel business:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herberg hotel; hotel business accommodation; guest house; hotel; inn; pub; public house; tavern
hotel hotel; hotel business
hotelbedrijf hotel business; hotel industry
hotellerie hotel business; hotel industry; hotel trade; hotels
hotelmaatschappij hotel business; hotel industry; hotels
hotelwezen hotel business; hotel industry

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van hotel business