Engels

Uitgebreide vertaling voor home help (Engels) in het Nederlands

home help:

home help [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the home help (cleaning lady; charlady; charwoman; cleaning woman)
    de schoonmaakster; de werkster; hulp in de huishouding; de hulp
  2. the home help
    de gezinshulp; de gezinszorg; de gezinsverzorging
  3. the home help
    de gezinshulp
  4. the home help
    gezinsverzorger
  5. the home help
    de gezinshulp; de gezinszorg; gezinsbijstand
  6. the home help
  7. the home help (homemaker)
    de gezinsverzorgster

Vertaal Matrix voor home help:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gezinsbijstand home help
gezinshulp home help
gezinsverzorger home help
gezinsverzorging home help
gezinsverzorgster home help; homemaker
gezinszorg home help
hulp charlady; charwoman; cleaning lady; cleaning woman; home help aid; aide; assistance; assistant; attendant; bystander; charwoman; cleaning-person; clerk; deacon; footman; help; helper; helpfulness; male nurse; orderly; relief; second servant; social assistance; valet
hulp in de huishouding charlady; charwoman; cleaning lady; cleaning woman; home help
schoonmaakster charlady; charwoman; cleaning lady; cleaning woman; home help charwoman; cleaning-person
werkster charlady; charwoman; cleaning lady; cleaning woman; home help charwoman; cleaning-person
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hulp in het huishouden home help

Synoniemen voor "home help":


Verwante definities voor "home help":

  1. a person hired to help in another's home (especially one employed by a local authority to help the infirm with domestic work)1

Verwante vertalingen van home help