Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. home front:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor home front (Engels) in het Nederlands

home front:

home front [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the home front
    het thuisfront
  2. the home front
    de thuisblijvers

Vertaal Matrix voor home front:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
thuisblijvers home front
thuisfront home front

Synoniemen voor "home front":


Verwante definities voor "home front":

  1. the civilian population (and their activities) of a country at war1

Wiktionary: home front

home front
noun
  1. familie en bekenden van een persoon die uitgezonden is naar een oorlogsgebied

Verwante vertalingen van home front