Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. holiday-maker:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor holiday-maker (Engels) in het Nederlands

holiday-maker:

holiday-maker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the holiday-maker (recreationist)
    de vakantieganger; de recreant; de vakantievierder

Vertaal Matrix voor holiday-maker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recreant holiday-maker; recreationist
vakantieganger holiday-maker; recreationist tourist
vakantievierder holiday-maker; recreationist

Wiktionary: holiday-maker

holiday-maker
noun
  1. somebody on holiday

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van holiday-maker