Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. him:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor him (Engels) in het Nederlands

him:

him

  1. him

Vertaal Matrix voor him:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hem him

Wiktionary: him

him
en-pron
  1. objective after preposition
  2. accusative / direct object
  3. dative / indirect object
him
pronoun
  1. (accusatief)
  2. (datief)

Cross Translation:
FromToVia
him hem; 'm; haar; d’r; het le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne
him hem; haar lui — Pronom de la troisième personne du singulier du complément d’objet indirect.