Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. heater:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor heater (Engels) in het Nederlands

heater:

heater [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the heater (stove; fire)
    de verwarming; de kachel
    • verwarming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kachel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor heater:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kachel fire; heater; stove
verwarming fire; heater; stove central heating; heating; warming
- bullet; fastball; hummer; smoke; warmer

Verwante woorden van "heater":

  • heaters

Synoniemen voor "heater":


Verwante definities voor "heater":

  1. (baseball) a pitch thrown with maximum velocity1
  2. device that heats water or supplies warmth to a room1

Wiktionary: heater

heater
noun
  1. een apparaat waarin energie wordt omgezet in warmte met de bedoeling een ruimte te verwarmen

Cross Translation:
FromToVia
heater calorifère; verwarmingsketel calorifère — désuet|fr ou (Canada) appareil de chauffage servir à distribuer la chaleur dans une maison, dans un édifice.

Verwante vertalingen van heater