Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal heap

Vertaal heap van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. heap:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor heap (Engels) in het Nederlands

heap:

heap [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the heap
    de hoop; de stapel; de opeenstapeling; de opstapeling
  2. the heap (a whole lot; mass; multitude; )
    de massa; grote hoeveelheid; de berg; de overvloed; de hoop
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grote hoeveelheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overvloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the heap (accumulation; pile; piling up; load)
    de accumulatie; de opeenhoping; de stapel; de ophoping; de hoop; de opeenstapeling
  4. the heap (bunch; pile; lot; crowd)
    de hoop; de berg; de kluit
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kluit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the heap (confused heap; mess; jumble; )
    de knoeiboel; de rommel; de warboel; het zootje; de warhoop; de troep; de warwinkel
    • knoeiboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • warhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • warwinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. the heap (crowd; herd; clutter; )
    de menigte; de bende; de schare; de massa; de hoop; de horde; de drom
    • menigte [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schare [de ~] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~] zelfstandig naamwoord
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. the heap (quite a lot; lot)
    aardig wat
  8. the heap
    – A portion of memory reserved for a program to use for the temporary storage of data structures whose existence or size cannot be determined until the program is running. 1
    heap

to heap werkwoord (heaps, heaped, heaping)

  1. to heap
    bestormen; overstelpen
    • bestormen werkwoord (bestorm, bestormt, bestormde, bestormden, bestormd)
    • overstelpen werkwoord (overstelp, overstelpt, overstelpte, overstelpten, overstelpt)

Conjugations for heap:

present
  1. heap
  2. heap
  3. heaps
  4. heap
  5. heap
  6. heap
simple past
  1. heaped
  2. heaped
  3. heaped
  4. heaped
  5. heaped
  6. heaped
present perfect
  1. have heaped
  2. have heaped
  3. has heaped
  4. have heaped
  5. have heaped
  6. have heaped
past continuous
  1. was heaping
  2. were heaping
  3. was heaping
  4. were heaping
  5. were heaping
  6. were heaping
future
  1. shall heap
  2. will heap
  3. will heap
  4. shall heap
  5. will heap
  6. will heap
continuous present
  1. am heaping
  2. are heaping
  3. is heaping
  4. are heaping
  5. are heaping
  6. are heaping
subjunctive
  1. be heaped
  2. be heaped
  3. be heaped
  4. be heaped
  5. be heaped
  6. be heaped
diverse
  1. heap!
  2. let's heap!
  5. heaped
  6. heaping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor heap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardig wat heap; lot; quite a lot
accumulatie accumulation; heap; load; pile; piling up accumulation; assembling; bunch; clutter; collection; compilation; crowd; gang; gathering; pack; party; pile; piling up; set; sifting; sorting
bende bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle accumulation; assembling; band; bunch; chaos; clan; clique; clutter; collection; congestion; crowd; debris; gang; gathering; mess; mountain; muddle; party; set
berg a whole lot; bunch; crowd; heap; load; lot; mass; multitude; pile; quite a lot accumulation; congestion; mess; mountain; muddle
drom bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle common herd; crowd; drove; flock; group; herd; horde; mob; multitude
grote hoeveelheid a whole lot; heap; load; lot; mass; multitude; quite a lot
hoop a whole lot; accumulation; bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; mass; multitude; pack; party; pile; piling up; quite a lot; troop; troupe; wattle a whole lot; accumulation; anticipation; assembling; bunch; clutter; collection; congestion; crowd; expectation; gang; gathering; hope; lots; mess; mountain; muddle; outlook; party; prospect; quite a lot; set; shit; tons; turd
horde bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle common herd; crowd; drove; flock; gang; herd; horde; hurdle; mob; multitude
kluit bunch; crowd; heap; lot; pile
knoeiboel bungle; bungling; confused heap; heap; jumble; mess; muddle
massa a whole lot; bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; mass; multitude; pack; party; quite a lot; troop; troupe; wattle accumulation; clutter; collection; common herd; compilation; crowd; drove; flock; gathering; group; herd; horde; mob; multitude; pack; pile; piling up; sifting; sorting
menigte bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle crowd; group
opeenhoping accumulation; heap; load; pile; piling up accumulation; agglomeration; clutter; collection; compilation; congestion; gathering; mess; mountain; muddle; pack; pile; piling up; sifting; sorting
opeenstapeling accumulation; heap; load; pile; piling up
ophoping accumulation; heap; load; pile; piling up accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; pack; pile; piling up; sifting; sorting
opstapeling heap
overstelpen overwhelming
overvloed a whole lot; heap; load; lot; mass; multitude; quite a lot abundance; affluence; excess; exuberance; luxury; overflow; profusion
rommel bungle; bungling; confused heap; heap; jumble; mess; muddle chaos; debris; garbage; household refuse; junk; mess; rubbish; trash
schare bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle common herd; crowd; drove; flock; herd; horde; mob; multitude
stapel accumulation; heap; load; pile; piling up cue; deck
troep bungle; bungling; confused heap; heap; jumble; mess; muddle accumulation; assembling; bunch; caboodle; chaos; clutter; collection; common herd; crowd; debris; drove; flock; gang; gathering; group; herd; horde; mayhem; mess; mob; multitude; party; rubbish; set; trash
warboel bungle; bungling; confused heap; heap; jumble; mess; muddle labyrinth; maze
warhoop bungle; bungling; confused heap; heap; jumble; mess; muddle
warwinkel bungle; bungling; confused heap; heap; jumble; mess; muddle
zootje bungle; bungling; confused heap; heap; jumble; mess; muddle chaos; confusion; debris; disorder; maze; mess; mix-up; muddle; tangle; trouble; welter
- agglomerate; bus; cumulation; cumulus; jalopy; mound; pile
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestormen heap assault; attack; lay violent hands upon; raid; storm; violate
overstelpen heap overwhelm
- pile; stack
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
heap heap
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bin

Verwante woorden van "heap":


Synoniemen voor "heap":


Verwante definities voor "heap":

  1. a car that is old and unreliable2
  2. a collection of objects laid on top of each other2
  3. fill to overflow2
    • heap the platter with potatoes2
  4. arrange in stacks2
    • heap firewood around the fireplace2
  5. bestow in large quantities2
    • He heaped him with work2
    • She heaped scorn upon him2
  6. A portion of memory reserved for a program to use for the temporary storage of data structures whose existence or size cannot be determined until the program is running.1

Wiktionary: heap

heap
verb
  1. -
noun
  1. -
  2. pile
heap
noun
  1. kudde dieren
  2. stapel
  3. een grote hoeveelheid
  4. grote hoeveelheid
  5. hoop gemaaid en gedroogd gras
Cross Translation:
FromToVia
• heap → accumuleren; ophopen; opeenhopen ↔ accumuler — Accumuler
• heap → op een stapel zetten; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen ↔ entasser — mettre en tas.
• heap → massa; moker; smeedhamer; smidshamer; voorhamer; boel; drom; hoop; menigte; schare; stapel; tas; troep ↔ masse — amas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
• heap → collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen ↔ ramasser — Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
• heap → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; groeperen; ophopen; opeenhopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen ↔ rassembler — assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.

Verwante vertalingen van heap







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0989 seconde
Page rendered in 1.0 seconds