Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hasty:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor hasty (Engels) in het Nederlands

hasty:

hasty bijvoeglijk naamwoord

  1. hasty (agitated; fluttered; hastily; )
    gehaast; gestressed; haastig; gejaagd; jachtig
  2. hasty (rash; premature)
    voorbarig; overhaast; overijld
  3. hasty
    in alle haast

Vertaal Matrix voor hasty:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehaast hurrying
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehaast agitated; fluttered; hastily; hasty; hunted; hurried; hurriedly; in a haste; in a hurry; in haste; nervous
gejaagd agitated; fluttered; hastily; hasty; hunted; hurried; hurriedly; in a haste; in a hurry; in haste; nervous
haastig agitated; fluttered; hastily; hasty; hunted; hurried; hurriedly; in a haste; in a hurry; in haste; nervous brief; cursory; fast; hastily
jachtig agitated; fluttered; hastily; hasty; hunted; hurried; hurriedly; in a haste; in a hurry; in haste; nervous
overhaast hasty; premature; rash
overijld hasty; premature; rash
voorbarig hasty; premature; rash premature; prematurely; untimely
- headlong; overhasty; precipitant; precipitate; precipitous
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- busy; rash; sudden; unreflecting
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gestressed agitated; fluttered; hastily; hasty; hunted; hurried; hurriedly; in a haste; in a hurry; in haste; nervous
in alle haast hasty

Verwante woorden van "hasty":


Synoniemen voor "hasty":


Verwante definities voor "hasty":

  1. excessively quick1
    • made a hasty exit1
  2. done with very great haste and without due deliberation1
    • hasty marriage seldom proveth well1
    • hasty makeshifts take the place of planning1

Wiktionary: hasty

hasty
adjective
  1. acting in haste; being too hurried or quick
hasty
adjective
  1. zich niet de tijd nemend

Verwante vertalingen van hasty