Engels

Uitgebreide vertaling voor handy (Engels) in het Nederlands

handy:

handy bijvoeglijk naamwoord

  1. handy (useful)
    nuttig; handig
  2. handy (dexterous; proficient; capable; )
    handig; vaardig; bekwaam; behendig; kundig
  3. handy (manageable)
    handzaam
  4. handy (fast; quick; rapid; )
    snel; vlot; vlug; rap
    • snel bijvoeglijk naamwoord
    • vlot bijvoeglijk naamwoord
    • vlug bijvoeglijk naamwoord
    • rap bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor handy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlot raft; timber raft; wooden raft
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behendig able; adroit; capable; dexterous; expert; handy; neat; nimble; proficient; skilful; skillful
bekwaam able; adroit; capable; dexterous; expert; handy; neat; nimble; proficient; skilful; skillful able; adroit; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilful; skilled; skillful; trained
handig able; adroit; capable; dexterous; expert; handy; neat; nimble; proficient; skilful; skillful; useful useful
handzaam handy; manageable
kundig able; adroit; capable; dexterous; expert; handy; neat; nimble; proficient; skilful; skillful able; capable; clever; ingenious; keen; skilful; skillful
nuttig handy; useful practical; serviceable; usable; useful
rap adroit; agile; brisk; clever; dexterous; expert; fast; fledged; handy; neat; nimble; quick; rapid; skilful; skillful; speedy; swift nimble-fingered; nimbly
snel adroit; agile; brisk; clever; dexterous; expert; fast; fledged; handy; neat; nimble; quick; rapid; skilful; skillful; speedy; swift bright; dapper; fashionable; nimble; snappy; snazzy; sprightly; spry; stylish; trendy; worldly minded
vaardig able; adroit; capable; dexterous; expert; handy; neat; nimble; proficient; skilful; skillful clever; ingenious; keen; skilful; skillful
vlot adroit; agile; brisk; clever; dexterous; expert; fast; fledged; handy; neat; nimble; quick; rapid; skilful; skillful; speedy; swift adept; bright; dapper; fashionable; flashy; fluent; fluently; nimble; promptly; readily; smooth; snappy; snazzy; sprightly; spry; streaming; stylish; trendy; worldly minded
vlug adroit; agile; brisk; clever; dexterous; expert; fast; fledged; handy; neat; nimble; quick; rapid; skilful; skillful; speedy; swift
- ready to hand
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- easy to handle; manageable

Verwante woorden van "handy":


Synoniemen voor "handy":


Verwante definities voor "handy":

  1. easy to reach1
    • found a handy spot for the can opener1
  2. skillful with the hands1
    • handy with an axe1
  3. easy to use1
    • a handy gadget1

Wiktionary: handy

handy
adjective
  1. dexterous
  2. within reach
  3. easy to use
handy
adjective
  1. geschikt voor het doel waarvoor het gemaakt is

Cross Translation:
FromToVia
handy praktisch praktischallgemein: handlich, gut
handy bedreven; behendig; bekwaam; handig; vaardig adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général).
handy doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend commode — Pratique
handy bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
handy bedreven; behendig; bekwaam; handig; vaardig habileadroit ; qui fait ce qu’il entreprendre avec souplesse.
handy doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu.
handy aanstaand; eerstvolgend; komend; dichtbij proche — Traductions à trier suivant le sens