Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- handcuffs:
- handcuff:
-
Wiktionary:
- handcuffs → handboeien
- handcuffs → handboeien
- handcuff → boeien, handboeien omdoen, in de boeien slaan
- handcuff → handboeien
Engels
Uitgebreide vertaling voor handcuffs (Engels) in het Nederlands
handcuffs:
Vertaal Matrix voor handcuffs:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
boeien | fetter; handcuffs; irons; manacles | |
handboei | handcuffs; manacles | |
handboeien | fetter; handcuffs; irons; manacles | |
handijzers | fetter; handcuffs; irons; manacles | |
ketenen | handcuffs; irons; manacles | |
kluisters | handcuffs; irons; manacles | |
knevels | handcuffs; irons; manacles | moustaches; whiskers |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
boeien | captivate; chain; enchain; enchant; enthral; enthrall; fascinate; intrigue; keep one's attention on something; shackle | |
ketenen | chain; clamp; enchain; fetter; handcuff; shackle |
Wiktionary: handcuffs
handcuffs
Cross Translation:
noun
-
metal rings for fastening wrists
- handcuffs → handboeien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• handcuffs | → handboeien | ↔ menotte — Demi-anneau en fer servant à immobiliser les mains |
handcuffs vorm van handcuff:
-
to handcuff (shackle; fetter; clamp)
handboeien omdoen; ketenen; in de boeien slaan-
handboeien omdoen werkwoord (doe handboeien om, doet handboeien om, deed handboeien om, deden handboeien om, handboeien omgedaan)
-
in de boeien slaan werkwoord (sla in de boeien, slaat in de boeien, sloeg in de boeien, sloegen in de boeien, in de boeien geslagen)
-
Conjugations for handcuff:
present
- handcuff
- handcuff
- handcuffs
- handcuff
- handcuff
- handcuff
simple past
- handcuffed
- handcuffed
- handcuffed
- handcuffed
- handcuffed
- handcuffed
present perfect
- have handcuffed
- have handcuffed
- has handcuffed
- have handcuffed
- have handcuffed
- have handcuffed
past continuous
- was handcuffing
- were handcuffing
- was handcuffing
- were handcuffing
- were handcuffing
- were handcuffing
future
- shall handcuff
- will handcuff
- will handcuff
- shall handcuff
- will handcuff
- will handcuff
continuous present
- am handcuffing
- are handcuffing
- is handcuffing
- are handcuffing
- are handcuffing
- are handcuffing
subjunctive
- be handcuffed
- be handcuffed
- be handcuffed
- be handcuffed
- be handcuffed
- be handcuffed
diverse
- handcuff!
- let's handcuff!
- handcuffed
- handcuffing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor handcuff:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ketenen | handcuffs; irons; manacles | |
- | cuff; handlock; manacle | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
handboeien omdoen | clamp; fetter; handcuff; shackle | |
in de boeien slaan | clamp; fetter; handcuff; shackle | |
ketenen | clamp; fetter; handcuff; shackle | chain; enchain; shackle |
- | cuff; manacle |
Verwante woorden van "handcuff":
Synoniemen voor "handcuff":
Verwante definities voor "handcuff":
Wiktionary: handcuff
handcuff
Cross Translation:
verb
-
to apply handcuffs
- handcuff → boeien; handboeien omdoen; in de boeien slaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• handcuff | → handboeien | ↔ Handschelle — meist Plural: stählerne, verschließbare Fessel um die Handgelenke |