Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- habitually:
- habitual:
-
Wiktionary:
- habitual → habitueel
- habitual → gebruikelijk, gewoon
Engels
Uitgebreide vertaling voor habitually (Engels) in het Nederlands
habitually:
-
habitually (for the greater part; mostly; generally; more often than not)
merendeels; voor het grootste gedeelte-
merendeels bijwoord
-
voor het grootste gedeelte bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor habitually:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
merendeels | for the greater part; generally; habitually; more often than not; mostly | as a rule; for the greater part; for the most part; generally; in large measure; largely; to a large extent; usually |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
voor het grootste gedeelte | for the greater part; generally; habitually; more often than not; mostly |
Verwante woorden van "habitually":
Synoniemen voor "habitually":
Verwante definities voor "habitually":
habitual:
-
habitual (usual; ordinary; common; customary; commonly; quite common; ordinarily)
gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal-
gebruikelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gangbaar bijvoeglijk naamwoord
-
gewoon bijvoeglijk naamwoord
-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
normaal bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor habitual:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gangbaar | common; commonly; customary; habitual; ordinarily; ordinary; quite common; usual | acceptable; common; current |
gebruikelijk | common; commonly; customary; habitual; ordinarily; ordinary; quite common; usual | acceptable; common; current |
gemeen | common; commonly; customary; habitual; ordinarily; ordinary; quite common; usual | bad; badly; biting; blackguardly; cunning; cutting; evil-minded; false; low; malicious; mean; nasty; pedestrian; roguish; scoundrelly; sharp; shrewd; slippery; sly; underhand; vicious; vile; villainous; with evil intention |
gewoon | common; commonly; customary; habitual; ordinarily; ordinary; quite common; usual | acceptable; common; current; normal; ordinarily; ordinary; plain; used to |
normaal | common; commonly; customary; habitual; ordinarily; ordinary; quite common; usual | normal |
- | accustomed; customary; wonted | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | routine |