Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. guzzlers:
  2. guzzler:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor guzzlers (Engels) in het Nederlands

guzzlers:

guzzlers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guzzlers (gluttons; quaffers)
    zwelgers; de brassers
    • zwelgers [znw.] zelfstandig naamwoord
    • brassers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor guzzlers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brassers gluttons; guzzlers; quaffers
zwelgers gluttons; guzzlers; quaffers

Verwante woorden van "guzzlers":


guzzler:

guzzler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guzzler (glutton)
    zwelger; de brasser
    • zwelger [znw.] zelfstandig naamwoord
    • brasser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guzzler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brasser glutton; guzzler
zwelger glutton; guzzler carouser; feaster; reveler; reveller
- gulper

Verwante woorden van "guzzler":


Synoniemen voor "guzzler":

  • drinker; imbiber; toper; juicer
  • gulper

Verwante definities voor "guzzler":

  1. a drinker who swallows large amounts greedily1
  2. someone who drinks heavily (especially alcoholic beverages)1
    • he's a beer guzzler every night1

Wiktionary: guzzler


Cross Translation:
FromToVia
guzzler boemelaar; brasser; losbol; sjap; zwabber; zwierbol; zwijn; zwijnjak bambocheur — (vieilli) désuet|fr marionnettiste.