Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. guests:
  2. guest:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor guests:
    • gasten


Engels

Uitgebreide vertaling voor guests (Engels) in het Nederlands

guests:

guests [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guests
    de genodigden

Vertaal Matrix voor guests:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genodigden guests

Verwante woorden van "guests":


guests vorm van guest:

guest [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guest
    de gast; de invité; de genodigde
    • gast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • invité [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • genodigde [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the guest
    de introducé
  3. the guest (guest for the night; overnight guest; night guest)
    de logé; slaapgast; de gast; de slaper; overnachter
    • logé [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slaapgast [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slaper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overnachter [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. the guest
    – A user who does not have a user account or who does not provide a password. 1
    de gast
    • gast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gast guest; guest for the night; night guest; overnight guest bloke; chap; cove; fellow; gent; man; mister; regular customer; type
genodigde guest attendee
introducé guest
invité guest
logé guest; guest for the night; night guest; overnight guest
overnachter guest; guest for the night; night guest; overnight guest
slaapgast guest; guest for the night; night guest; overnight guest
slaper guest; guest for the night; night guest; overnight guest
- client; invitee; node

Verwante woorden van "guest":


Synoniemen voor "guest":


Verwante definities voor "guest":

  1. (computer science) any computer that is hooked up to a computer network2
  2. a visitor to whom hospitality is extended2
  3. a customer of a hotel or restaurant etc.2
  4. A common name for a login account that can be accessed without a password. BBSs and service providers often maintain such an account so that prospective subscribers can sample the services offered.1
  5. A user who does not have a user account or who does not provide a password.1

Wiktionary: guest

guest
noun
  1. invited performer
  2. patron, customer
  3. recipient of hospitality
guest
noun
  1. wie ergens ontvangen, verwelkomd of op een bijzondere wijze behandeld wordt
  2. vrouwelijk persoon die ergens geïntroduceerd (ingeleid) wordt
  3. mannelijk persoon die ergens geïntroduceerd (ingeleid) wordt

Cross Translation:
FromToVia
guest bezoek; bezoeker Besuch — Person oder Personen, die [1] tätigen
guest gast Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia|Gast
guest gast; introducé; logé convive — Personne qui se trouver à un repas avec d’autres.

Verwante vertalingen van guests