Engels

Uitgebreide vertaling voor guarantee (Engels) in het Nederlands

guarantee:

to guarantee werkwoord (guarantees, guaranteed, guaranteeing)

  1. to guarantee (warrant; vouch for; underwrite)
    garanderen; verzekeren; waarborgen; instaan voor; vast beloven
    • garanderen werkwoord (garandeer, garandeert, garandeerde, garandeerden, gegarandeerd)
    • verzekeren werkwoord (verzeker, verzekert, verzekerde, verzekerden, verzekerd)
    • waarborgen werkwoord (waarborg, waarborgt, waarborgde, waarborgden, gewaarborgd)
    • instaan voor werkwoord (sta in voor, staat in voor, stond in voor, stonden in voor, ingestaan voor)
    • vast beloven werkwoord (beloof vast, belooft vast, beloofde vast, beloofden vast, vast beloofd)
  2. to guarantee (warrant; vouch; underwrite)
    instaan voor; garant staan; borg zijn
  3. to guarantee (warrant; vouch)
    borg staan; instaan
    • borg staan werkwoord
    • instaan werkwoord (sta in, staat in, stond in, stonden in, ingestaan)

Conjugations for guarantee:

present
  1. guarantee
  2. guarantee
  3. guarantees
  4. guarantee
  5. guarantee
  6. guarantee
simple past
  1. guaranteed
  2. guaranteed
  3. guaranteed
  4. guaranteed
  5. guaranteed
  6. guaranteed
present perfect
  1. have guaranteed
  2. have guaranteed
  3. has guaranteed
  4. have guaranteed
  5. have guaranteed
  6. have guaranteed
past continuous
  1. was guaranteeing
  2. were guaranteeing
  3. was guaranteeing
  4. were guaranteeing
  5. were guaranteeing
  6. were guaranteeing
future
  1. shall guarantee
  2. will guarantee
  3. will guarantee
  4. shall guarantee
  5. will guarantee
  6. will guarantee
continuous present
  1. am guaranteeing
  2. are guaranteeing
  3. is guaranteeing
  4. are guaranteeing
  5. are guaranteeing
  6. are guaranteeing
subjunctive
  1. be guaranteed
  2. be guaranteed
  3. be guaranteed
  4. be guaranteed
  5. be guaranteed
  6. be guaranteed
diverse
  1. guarantee!
  2. let's guarantee!
  3. guaranteed
  4. guaranteeing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

guarantee [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guarantee (guarantee certificate)
    de garantie; het garantiebewijs
  2. the guarantee (warranty; premises; bond; )
    de garantie; de waarborg; de cautie; het onderpand; de waarborgsom; de borg; waarborging; het pand
    • garantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • waarborg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • cautie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • onderpand [het ~] zelfstandig naamwoord
    • waarborgsom [de ~] zelfstandig naamwoord
    • borg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waarborging [znw.] zelfstandig naamwoord
    • pand [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the guarantee (free service)
    gratis service; de garantie
  4. the guarantee (warrant; security; seal; imprint; stamp)
    de waarborg; de keur
    • waarborg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • keur [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. the guarantee (safeguarding; protection)
    de vrijwaring
  6. the guarantee
    de garantie
    • garantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guarantee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borg bond; edifice; guarantee; lot; pledge; premises; security; surety; warranty
cautie bond; edifice; guarantee; lot; pledge; premises; security; surety; warranty
garantie bond; edifice; free service; guarantee; guarantee certificate; lot; pledge; premises; security; surety; warranty
garantiebewijs guarantee; guarantee certificate
gratis service free service; guarantee
keur guarantee; imprint; seal; security; stamp; warrant assortment; elite; selection
onderpand bond; edifice; guarantee; lot; pledge; premises; security; surety; warranty bond; caution money; security
pand bond; edifice; guarantee; lot; pledge; premises; security; surety; warranty building; construction; edifice; house; lot; premises; residence; structure
vrijwaring guarantee; protection; safeguarding disclaimer
waarborg bond; edifice; guarantee; imprint; lot; pledge; premises; seal; security; stamp; surety; warrant; warranty
waarborging bond; edifice; guarantee; lot; pledge; premises; security; surety; warranty
waarborgsom bond; edifice; guarantee; lot; pledge; premises; security; surety; warranty bond; caution money; security
- guaranty; warrant; warrantee; warranty
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borg staan guarantee; vouch; warrant
borg zijn guarantee; underwrite; vouch; warrant
garanderen guarantee; underwrite; vouch for; warrant
garant staan guarantee; underwrite; vouch; warrant
instaan guarantee; vouch; warrant
instaan voor guarantee; underwrite; vouch; vouch for; warrant
vast beloven guarantee; underwrite; vouch for; warrant
verzekeren guarantee; underwrite; vouch for; warrant fasten; secure; tie up
waarborgen guarantee; underwrite; vouch for; warrant
- assure; ensure; insure; secure; undertake; vouch; warrant
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- warranty

Verwante woorden van "guarantee":


Synoniemen voor "guarantee":


Verwante definities voor "guarantee":

  1. a written assurance that some product or service will be provided or will meet certain specifications1
  2. an unconditional commitment that something will happen or that something is true1
    • there is no guarantee that they are not lying1
  3. a collateral agreement to answer for the debt of another in case that person defaults1
  4. promise to do or accomplish1
    • guarantee to free the prisoners1
  5. give surety or assume responsibility1
  6. make certain of1
    • Preparation will guarantee success!1
  7. stand behind and guarantee the quality, accuracy, or condition of1

Wiktionary: guarantee

guarantee
verb
  1. -
  2. to assure that something will get done right
noun
  1. written declaration
guarantee
noun
  1. een verklaring waarin men verklaart voor bepaalde gevolgen in te staan
  2. een geldbedrag of iets anders dat tijdelijk gegeven wordt als onderpand voor het geval men een verplichting niet na kan komen

Cross Translation:
FromToVia
guarantee garantie Gewährleistung — verschuldensunabhängiges Einstehenmüssen seitens des Verkäufers für einen Mangel an einer verkauften Sache oder Dienstleistung
guarantee aansprakelijkheid HaftungRecht, nur Einzahl: die rechtliche Belangbarkeit
guarantee borg staan voor; garanderen; sponsoren; waarborgen cautionner — Se rendre caution pour quelqu’un.
guarantee waarborg; garantie; onderpand garantieengagement par lequel on garantir. Il se dit surtout en matière de procédure et de négociations.
guarantee garanderen garantir — juri|fr Se rendre garant, répondre d’une chose, du maintien, de l’exécution d’une chose. — note Se dit surtout en matière de procès, d’affaires et de négociation.

Verwante vertalingen van guarantee