Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- gross:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor gross:
- gatver
Engels
Uitgebreide vertaling voor gross (Engels) in het Nederlands
gross:
-
gross
-
gross (coarse; vulgar; unsavoury; seedy; commonplace; unsavory)
grof; platvloers; laag-bij-de-grond; vunzig; lomp; plat; schunnig-
grof bijvoeglijk naamwoord
-
platvloers bijvoeglijk naamwoord
-
laag-bij-de-grond bijvoeglijk naamwoord
-
vunzig bijvoeglijk naamwoord
-
lomp bijvoeglijk naamwoord
-
plat bijvoeglijk naamwoord
-
schunnig bijvoeglijk naamwoord
-
-
gross (nasty; banal; coarse; trivial; vulgar; unsavoury; vapid; shabby; below the belt; rotten; unmannerly; trite; unsavory)
banaal; triviaal; vunzig; laag-bij-de-grond; schunnig; grof; lomp; platvloers; plat-
banaal bijvoeglijk naamwoord
-
triviaal bijvoeglijk naamwoord
-
vunzig bijvoeglijk naamwoord
-
laag-bij-de-grond bijvoeglijk naamwoord
-
schunnig bijvoeglijk naamwoord
-
grof bijvoeglijk naamwoord
-
lomp bijvoeglijk naamwoord
-
platvloers bijvoeglijk naamwoord
-
plat bijvoeglijk naamwoord
-
-
gross (messy; smudged; shabby; muck; rotten; seedy; grimy; grubby)
-
gross (terrible)
schromelijk-
schromelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
the gross (biggest part; greater part; bulk; main body)
Vertaal Matrix voor gross:
Verwante woorden van "gross":
Synoniemen voor "gross":
Antoniemen van "gross":
Verwante definities voor "gross":
Wiktionary: gross
gross
Cross Translation:
noun
-
twelve dozen
- gross → gros
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gross | → gemeen; onguur; ploertig; rottig; vuig | ↔ dégoutant — Qui donne du dégout. |
• gross | → bovenmatig; extreem; uiterst; ultra- | ↔ extrême — Qui est tout à fait au bout, tout à fait le dernier. |
• gross | → gros; afschrift | ↔ grosse — commerce|fr Une douzaine de douzaines. |