Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal greens

Vertaal greens van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. greens:
  2. green:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor greens (Engels) in het Nederlands

greens:

greens [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the greens (green; leafy vegetable)
    – any of various leafy plants or their leaves and stems eaten as vegetables 1
    de groente
    • groente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor greens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groente green; greens; leafy vegetable onion; vegetable

Synoniemen voor "greens":


Verwante definities voor "greens":

  1. any of various leafy plants or their leaves and stems eaten as vegetables1

Wiktionary: greens

greens
noun
  1. any vegetable eaten by humans, regardless of colour
  2. leaves of certain edible green plants

greens vorm van green:

green bijvoeglijk naamwoord

  1. green (green coloured)
    – of the color between blue and yellow in the color spectrum; similar to the color of fresh grass 1
    groen; groenkleurig; groengekleurd

green [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the green (lawn; stretch of grass; grass)
    het grasperk; het grasveld; het gazon
    • grasperk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grasveld [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gazon [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the green (foliage; leafage; leaves; greenery)
    het loof; het lover
    • loof [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lover [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the green (foliage; leafage; leaves; greenery)
    het gebladerte
  4. the green (greens; leafy vegetable)
    – any of various leafy plants or their leaves and stems eaten as vegetables 1
    de groente
    • groente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. the green (park; common; commons)
    – a piece of open land for recreational use in an urban area 1
    het park; het stadspark
    • park [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stadspark [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor green:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gazon grass; green; lawn; stretch of grass
gebladerte foliage; green; greenery; leafage; leaves
grasperk grass; green; lawn; stretch of grass
grasveld grass; green; lawn; stretch of grass
groente green; greens; leafy vegetable onion; vegetable
loof foliage; green; greenery; leafage; leaves
lover foliage; green; greenery; leafage; leaves
park common; commons; green; park park; parkland; public garden
stadspark common; commons; green; park public park; town park
- K; cat valium; greenness; honey oil; jet; putting green; putting surface; special K; super C; super acid; viridity
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groen green; green coloured
- dark-green; fleeceable; greenish; gullible; immature; light-green; unripe; unripened
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- unripe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groengekleurd green; green coloured
groenkleurig green; green coloured

Verwante woorden van "green":

  • greenness, greens, greener, greenest, greenly

Synoniemen voor "green":


Antoniemen van "green":


Verwante definities voor "green":

  1. of the color between blue and yellow in the color spectrum; similar to the color of fresh grass1
    • a green tree1
    • green fields1
    • green paint1
  2. not fully developed or mature; not ripe1
    • fried green tomatoes1
    • green wood1
  3. naive and easily deceived or tricked1
  4. looking pale and unhealthy1
    • you're looking green1
    • green around the gills1
  5. concerned with or supporting or in conformity with the political principles of the Green Party1
  6. street names for ketamine1
  7. green color or pigment; resembling the color of growing grass1
  8. any of various leafy plants or their leaves and stems eaten as vegetables1
  9. an area of closely cropped grass surrounding the hole on a golf course1
    • the ball rolled across the green and into the bunker1
  10. a piece of open land for recreational use in an urban area1
  11. turn or become green1
    • The trees are greening1

Wiktionary: green

green
noun
  1. member of a green party
  2. colour
adjective
  1. environmentally friendly
  2. inexperienced
  3. having green as its colour
Cross Translation:
FromToVia
• green → groen ↔ grün — die Farbe Grün zeigend, die im Lichtspektrum zwischen Gelb und Blau liegt (Wellenlänge 520–565 nm).
• green → groenen ↔ grünen — (intransitiv) insbesondere von Pflanzen und Vegetation: grün werden; junge Triebe und Blätter entwickeln
• green → groentje; blauwe plek ↔ bleu — Soldat sans expérience (4.1)
• green → gazon; grasmat; grasveld; perk ↔ gazon — (botanique) végétation courte de plantes herbacées.
• green → groen ↔ vert — De couleur verte
• green → groen; onervaren ↔ vert — Manquant de maturité

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0468 seconde
Page rendered in 1.0 seconds