Grass in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

grass:
- gras; grasmat; mat; grasperk; grasveld; gazon; wiet; wied; marihuana; stuff; weed; hennep; ganja; grastapijt
Wiktionary:
- grass → wiet, gras
- grass → gras, kruid

Engels

Uitgebreide vertaling voor grass (Engels) in het Nederlands

the grass (grassed surface; rush-bottom)
de gras; de grasmat; de mat
- gras [de ~] zelfstandig naamwoord
- grasmat [de ~] zelfstandig naamwoord
- mat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the grass (lawn; stretch of grass; green)
het grasperk; het grasveld; het gazon
- grasperk [het ~] zelfstandig naamwoord
- grasveld [het ~] zelfstandig naamwoord
- gazon [het ~] zelfstandig naamwoord
the grass (marijuana; weed; pot)
de wiet; wied; de marihuana; de stuff; de weed; de hennep
- wiet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wied [znw.] zelfstandig naamwoord
- marihuana [de ~] zelfstandig naamwoord
- stuff [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- weed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hennep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the grass (ganja; weed; pot)
ganja
- ganja [znw.] zelfstandig naamwoord
the grass (carpet of grass; grass-field; grass-patch; grass cover; stretch of grass; turf; grass-plot)
de grasmat; het grastapijt
- grasmat [de ~] zelfstandig naamwoord
- grastapijt [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ganja	ganja; grass; pot; weed
gazon	grass; green; lawn; stretch of grass
gras	grass; grassed surface; rush-bottom
grasmat	carpet of grass; grass; grass cover; grass-field; grass-patch; grass-plot; grassed surface; rush-bottom; stretch of grass; turf
grasperk	grass; green; lawn; stretch of grass
grastapijt	carpet of grass; grass; grass cover; grass-field; grass-patch; grass-plot; stretch of grass; turf
grasveld	grass; green; lawn; stretch of grass
hennep	grass; marijuana; pot; weed	cannabis; hash; hashish; hemp; stuff
marihuana	grass; marijuana; pot; weed
mat	grass; grassed surface; rush-bottom	coaster; door-mat; mat; stand; table-mat
stuff	grass; marijuana; pot; weed	cannabis; hash; hashish; hemp; stuff
weed	grass; marijuana; pot; weed
wied	grass; marijuana; pot; weed
wiet	grass; marijuana; pot; weed	cannabis; hash; hashish; hemp; stuff
-	eatage; forage; pasturage; pasture; supergrass
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	grass over
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mat		dopey; dozy; drained; drowsy; dull; dusted; frosted; languid; listless; mat; matt; matted; mindless; misty; muzzy; powdered; sleepy; soporific; staggered; stupefied; tired; washed out; weary

gramineous plant; graminaceous plant
Grass; Gunter Grass; Gunter Wilhelm Grass; writer; author
eatage; forage; pasture; pasturage; feed; provender
pot; green goddess; dope; weed; gage; sess; sens; smoke; skunk; locoweed; Mary Jane; cannabis; marijuana; marihuana; ganja
shoot; hit; pip
cover
unfold; spread; spread out; open
grass over; spread over
crop; graze; pasture
denounce; tell on; betray; give away; rat; shop; snitch; stag; inform

bulky food like grass or hay for browsing or grazing horses or cattle¹
a police informer who implicates many people¹
narrow-leaved green herbage: grown as lawns; used as pasture for grazing animals; cut and dried as hay¹
shoot down, of birds¹
feed with grass¹
cover with grass¹
spread out clothes on the grass to let it dry and bleach¹
cover with grass¹
- The owners decided to grass their property¹

grass

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• grass	→ gras; kruid	↔ herbe — botan\|fr (sens strict) Un végétal vert, monocotylédone ou dicotylédone, à tige fine et molle car non ligneuse (pas un tronc ni une stipe), vivace ou annuel, et qui perd tiges et feuilles en hiver.