Engels

Uitgebreide vertaling voor grab (Engels) in het Nederlands

grab:

to grab werkwoord (grabs, grabbed, grabbing)

  1. to grab (catch; seize; capture; trap; grip)
    grijpen; pakken; vangen; verstrikken; vatten; klauwen
    • grijpen werkwoord (grijp, grijpt, greep, grepen, gegrepen)
    • pakken werkwoord (pak, pakt, pakte, pakten, gepakt)
    • vangen werkwoord (vang, vangt, ving, vingen, gevangen)
    • verstrikken werkwoord (verstrik, verstrikt, verstrikte, verstrikten, verstrikt)
    • vatten werkwoord (vat, vatte, vatten, gevat)
    • klauwen werkwoord (klauw, klauwt, klauwde, klauwden, geklauwd)
  2. to grab (clamp; grasp; take hold of; )
    grijpen; vastpakken; aanklampen; beetpakken; vastklampen; beetgrijpen
    • grijpen werkwoord (grijp, grijpt, greep, grepen, gegrepen)
    • vastpakken werkwoord (pak vast, pakt vast, pakte vast, pakten vast, vastgepakt)
    • aanklampen werkwoord (klamp aan, klampt aan, klampte aan, klampten aan, aangeklampt)
    • beetpakken werkwoord (pak beet, pakt beet, pakte beet, pakten beet, beetgepakt)
    • vastklampen werkwoord (klamp vast, klampt vast, klampte vast, klampten vast, vastgeklampt)
    • beetgrijpen werkwoord
  3. to grab
    – To command or capture. 1

Conjugations for grab:

present
  1. grab
  2. grab
  3. grabs
  4. grab
  5. grab
  6. grab
simple past
  1. grabbed
  2. grabbed
  3. grabbed
  4. grabbed
  5. grabbed
  6. grabbed
present perfect
  1. have grabbed
  2. have grabbed
  3. has grabbed
  4. have grabbed
  5. have grabbed
  6. have grabbed
past continuous
  1. was grabbing
  2. were grabbing
  3. was grabbing
  4. were grabbing
  5. were grabbing
  6. were grabbing
future
  1. shall grab
  2. will grab
  3. will grab
  4. shall grab
  5. will grab
  6. will grab
continuous present
  1. am grabbing
  2. are grabbing
  3. is grabbing
  4. are grabbing
  5. are grabbing
  6. are grabbing
subjunctive
  1. be grabbed
  2. be grabbed
  3. be grabbed
  4. be grabbed
  5. be grabbed
  6. be grabbed
diverse
  1. grab!
  2. let's grab!
  3. grabbed
  4. grabbing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

grab [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grab (gripper; claw; bucket)
    de grijper
    • grijper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the grab (tentacle; claw)
    de vangarm
    • vangarm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the grab (arrest; taking)
    arresteren; het grijpen

Vertaal Matrix voor grab:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanklampen laying hands on; taking hold of
arresteren arrest; grab; taking
beetpakken having a grip; hold; laying hands on; taking hold of
grijpen arrest; grab; taking
grijper bucket; claw; grab; gripper
vangarm claw; grab; tentacle
vastpakken having a grip; hold
vatten understanding
- catch; snap; snatch
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanklampen catch; clamp; clasp; grab; grasp; grip; seize; take hold of
arresteren apprehend; arrest; capture; detain; hold; imprison; pick up; seize; take in custody; take prisoner
beetgrijpen catch; clamp; clasp; grab; grasp; grip; seize; take hold of catch
beetpakken catch; clamp; clasp; grab; grasp; grip; seize; take hold of catch
grijpen capture; catch; clamp; clasp; grab; grasp; grip; seize; take hold of; trap catch; caught; clasp; clutch; dive in; drag; fall to; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; serve oneself; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; strike; take; toil and moil; yearn
klauwen capture; catch; grab; grip; seize; trap
naar zich toe trekken grab pull towards oneself
pakken capture; catch; grab; grip; seize; trap get; take
vangen capture; catch; grab; grip; seize; trap capture; catch; seize
vastklampen catch; clamp; clasp; grab; grasp; grip; seize; take hold of
vastpakken catch; clamp; clasp; grab; grasp; grip; seize; take hold of catch
vatten capture; catch; grab; grip; seize; trap arrest; capture; catch; take in custody; take prisoner
verstrikken capture; catch; grab; grip; seize; trap
- catch; seize; snaffle; snap up; take hold of
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- grab for o.s.; grab hold of; lay hands on

Verwante woorden van "grab":

  • grabs

Synoniemen voor "grab":


Verwante definities voor "grab":

  1. the act of catching an object with the hands2
    • he made a grab for the ball before it landed2
  2. a mechanical device for gripping an object2
  3. capture the attention or imagination of2
    • This story will grab you2
  4. take or grasp suddenly2
    • She grabbed the child's hand and ran out of the room2
  5. take hold of so as to seize or restrain or stop the motion of2
  6. make a grasping or snatching motion with the hand2
    • The passenger grabbed for the oxygen mask2
  7. get hold of or seize quickly and easily2
  8. obtain illegally or unscrupulously2
  9. To command or capture.1

Wiktionary: grab

grab
verb
  1. to make a sudden grasping or clutching motion (at something)

Cross Translation:
FromToVia
grab pakken erwischen — jemanden oder etwas in die Hand, in die Gewalt, zu fassen bekommen, festhalten
grab grijpen greifen — etwas mit der Hand nehmen, packen, anfassen, festhalten
grab bemachtigen; grijpen; aangrijpen; vastgrijpen agripper — sens transitif
grab beetkrijgen; beetnemen; pakken; vangen; vastpakken; vatten attraper — Prendre à une trappe, à un piège ou à quelque chose de semblable.
grab beetkrijgen; beetnemen; pakken; vangen; vastpakken; vatten capturers’emparer d’un être vivant ou d’une chose.
grab vatten; grijpen; halen; inslaan; teisteren; beetkrijgen; beetnemen; pakken; vangen; vastpakken; bemachtigen; aangrijpen; vastgrijpen saisir — Prendre vivement.

Verwante vertalingen van grab