Goal in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

goal:
- doel; inzet; streven; doeleinde; doelstelling; doelpunt; goal; treffer; intentie; voornemen; moedwil; oogmerk; toeleg; doeltrap
Wiktionary:
- goal → doelpunt, punt, goal, doel, oogmerk, objectief, bedoeling
- goal → doel, meet, doelstelling, oogmerk, bedoeling, strekking, plan, toeleg, voornemen, zin, doelwit, honk, wit
Gebruikers suggesties voor goal:
- streefdoel

Engels

Uitgebreide vertaling voor goal (Engels) in het Nederlands

goal:

goal [the ~] zelfstandig naamwoord

the goal (objective; effort; intention; dedication; target; devotion; exertion; scheme)
het doel; de inzet; het streven; het doeleinde
- doel [het ~] zelfstandig naamwoord
- inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- streven [het ~] zelfstandig naamwoord
- doeleinde [het ~] zelfstandig naamwoord
the goal (objective; target)
de doelstelling
- doelstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the goal (hit; winner)
het doelpunt; de goal; de treffer
- doelpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
- goal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- treffer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the goal (intention; aim; design; idea)
de intentie; het voornemen; de moedwil
- intentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voornemen [het ~] zelfstandig naamwoord
- moedwil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the goal (intention; objective)
het oogmerk
- oogmerk [het ~] zelfstandig naamwoord
the goal (objective; scheme; intention)
de toeleg
- toeleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the goal
de doeltrap
- doeltrap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor goal:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doel	dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target	aim; aiming at; aiming for; destination; drift; final destination; intention; meaning; object; objective; purpose; strive for; target; target value; terminus; ultimate goal; use
doeleinde	dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target
doelpunt	goal; hit; winner
doelstelling	goal; objective; target	objective
doeltrap	goal
goal	goal; hit; winner	goal post
intentie	aim; design; goal; idea; intention	aiming at; aiming for; strive for
inzet	dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target	ambition; ante; application; assiduousness; beginning; cash for playing; commencement; dedication; devotion; diligence; inset; opening; outset; passion; pool; stakes; start; usage; use; wee-wee
moedwil	aim; design; goal; idea; intention
oogmerk	goal; intention; objective
streven	dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target	aiming at; aiming for; ambition; diligence; strive for
toeleg	goal; intention; objective; scheme
treffer	goal; hit; winner	bit of good luck; chance hit; fluke; hit; smash; smash hit; smasher; stroke of luck; winner
voornemen	aim; design; goal; idea; intention	intention; will; wish
-	destination; end; finish
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
streven		aim at; aspire; aspire to; devote oneself to; seek; strive after; strive for; work for; work towards
voornemen		resolve

Verwante woorden van "goal":

goals

Synoniemen voor "goal":

end; content; cognitive content; mental object
score
game equipment
finish; destination; end

Verwante definities voor "goal":

a successful attempt at scoring¹
- the winning goal came with less than a minute left to play¹
game equipment consisting of the place toward which players of a game try to advance a ball or puck in order to score points¹
the state of affairs that a plan is intended to achieve and that (when achieved) terminates behavior intended to achieve it¹
the place designated as the end (as of a race or journey)¹
An objective that the persona is attempting to achieve. A system helps the persona reach these goals.²

Wiktionary: goal

goal

noun

point(s) scored
- goal → doelpunt; punt
(sport) act of placing the object into the goal
- goal → doelpunt
in many sports, an area into which the players attempt to put an object
- goal → goal; doel
result one is attempting to achieve
- goal → oogmerk; objectief; doel; bedoeling

goal

noun

sport|nld punt dat men bij spelen, met name voetbal, behaalt, wanneer de bal of een ander voorwerp waarmee gespeeld wordt, door het doelvlak van de tegenstander gaat
- doelpunt → goal

Cross Translation:

From	To	Via
• goal	→ doel; meet	↔ Ziel — Ausrichtung oder Endpunkt einer Bestrebung
• goal	→ doel; doelstelling; oogmerk	↔ but — Objectif.
• goal	→ doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; doelstelling; doelwit; honk; wit	↔ dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)

Verwante vertalingen van goal

Remove Ads

Vertaal goal van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor goal (Engels) in het Nederlands

goal:

goal [the ~] zelfstandig naamwoord

the goal (objective; effort; intention; dedication; target; devotion; exertion; scheme)

the goal (objective; target)

the goal (hit; winner)

the goal (intention; aim; design; idea)

the goal (intention; objective)

the goal (objective; scheme; intention)

the goal

Vertaal Matrix voor goal:

Verwante woorden van "goal":

Synoniemen voor "goal":

Verwante definities voor "goal":

Wiktionary: goal

Verwante vertalingen van goal