Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- go down:
-
Wiktionary:
- go down → afdalen, klimmen, naar boven gaan, rijzen, stijgen, bestijgen, naar beneden gaan, zinken, uitstappen, uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstijgen, uittreden
- go down → afgaan
Engels
Uitgebreide vertaling voor go down (Engels) in het Nederlands
go down:
-
to go down (come down; descend; land)
afdalen; landen; neerdalen; neerkomen; naar beneden komen; naar beneden dalen; omlaagkomen-
naar beneden komen werkwoord
-
naar beneden dalen werkwoord
-
to go down
-
to go down
-
to go down (decrease; shrink; sink)
-
to go down (descend)
naar beneden lopen; naar beneden gaan; omlaaggaan-
naar beneden lopen werkwoord
-
naar beneden gaan werkwoord
-
-
to go down (revert to; date back to; stem from; return; go back to; go back)
-
to go down (shrink; diminish; decrease; reduce; shrivel up; shrink back; dwindle; lessen; shrivel; shrink away; drop)
-
to go down (set; go under)
– disappear beyond the horizon 1
Conjugations for go down:
present
- go down
- go down
- goes down
- go down
- go down
- go down
simple past
- went down
- went down
- went down
- went down
- went down
- went down
present perfect
- have gone down
- have gone down
- has gone down
- have gone down
- have gone down
- have gone down
past continuous
- was going down
- were going down
- was going down
- were going down
- were going down
- were going down
future
- shall go down
- will go down
- will go down
- shall go down
- will go down
- will go down
continuous present
- am going down
- are going down
- is going down
- are going down
- are going down
- are going down
subjunctive
- be gone down
- be gone down
- be gone down
- be gone down
- be gone down
- be gone down
diverse
- go down!
- let's go down!
- gone down
- going down
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor go down:
Synoniemen voor "go down":
Antoniemen van "go down":
Verwante definities voor "go down":
Wiktionary: go down
go down
go down
Cross Translation:
-
descend
- go down → afdalen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• go down | → klimmen; naar boven gaan; rijzen; stijgen; bestijgen; afdalen; naar beneden gaan; zinken; uitstappen; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstijgen; uittreden | ↔ descendre — Traductions à trier suivant le sens. |