Engels

Uitgebreide vertaling voor gloom (Engels) in het Nederlands

gloom:

gloom [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gloom (somberness; despondency; dejectedness; sombreness)
    de somberheid; de triestheid; de treurnis

Vertaal Matrix voor gloom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
somberheid dejectedness; despondency; gloom; somberness; sombreness achromaticity; achromatism; blandness; bleakness; dejection; depression; depression of spirits; despondency; drabness; dullness; greyness; melancholy; monotony
treurnis dejectedness; despondency; gloom; somberness; sombreness grief
triestheid dejectedness; despondency; gloom; somberness; sombreness
- gloominess; glumness; somberness; sombreness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- gloomy atmosphere; gloomy mood; melancholy

Synoniemen voor "gloom":


Verwante definities voor "gloom":

  1. a feeling of melancholy apprehension1
  2. a state of partial or total darkness1
    • he struck a match to dispel the gloom1
  3. an atmosphere of depression and melancholy1
    • gloom pervaded the office1

Wiktionary: gloom

gloom
noun
  1. darkness, dimness or obscurity

Cross Translation:
FromToVia
gloom duisternis Dunkelheit — ein dunkel, lichtarmer Zustand oder Ort
gloom loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid abattementdiminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
gloom droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed mélancolie — (term, Histoire de la médecine) désuet|fr bile noire et disposition triste que l’ancienne médecine attribuer à un excès de bile noire.
gloom zwaartillendheid; zwartgalligheid; pessimisme pessimisme — philosophie|fr doctrine philosophique selon laquelle le mal l’emporter sur le bien.