Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- gloom:
-
Wiktionary:
- gloom → duisternis
- gloom → duisternis, loomheid, slapheid, traagheid, vadsigheid, slapte, stilstand, droefgeestigheid, melancholie, zwaarmoedigheid, weemoed, bedroefdheid, mistroostigheid, somberheid, afmatting, matheid, moeheid, vermoeidheid, vermoeienis, consternatie, ontsteltenis, verbijstering, verslagenheid, aftrek, apathie, dofheid, lusteloosheid, wezenloosheid, moedeloosheid, zwaartillendheid, zwartgalligheid, pessimisme
Engels
Uitgebreide vertaling voor gloom (Engels) in het Nederlands
gloom:
-
the gloom (somberness; despondency; dejectedness; sombreness)
Vertaal Matrix voor gloom:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
somberheid | dejectedness; despondency; gloom; somberness; sombreness | achromaticity; achromatism; blandness; bleakness; dejection; depression; depression of spirits; despondency; drabness; dullness; greyness; melancholy; monotony |
treurnis | dejectedness; despondency; gloom; somberness; sombreness | grief |
triestheid | dejectedness; despondency; gloom; somberness; sombreness | |
- | gloominess; glumness; somberness; sombreness | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | gloomy atmosphere; gloomy mood; melancholy |
Synoniemen voor "gloom":
Verwante definities voor "gloom":
Wiktionary: gloom
gloom
Cross Translation:
noun
-
darkness, dimness or obscurity
- gloom → duisternis
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gloom | → duisternis | ↔ Dunkelheit — ein dunkel, lichtarmer Zustand oder Ort |
• gloom | → loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid | ↔ abattement — diminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques. |
• gloom | → droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed | ↔ mélancolie — (term, Histoire de la médecine) désuet|fr bile noire et disposition triste que l’ancienne médecine attribuer à un excès de bile noire. |
• gloom | → zwaartillendheid; zwartgalligheid; pessimisme | ↔ pessimisme — philosophie|fr doctrine philosophique selon laquelle le mal l’emporter sur le bien. |