Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal gliding

Vertaal gliding van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

gliding:
- zwevend; vliegend
- zweefvliegen; geglij
glide:
- zweefvliegen; slippen; uitglijden
- zweefvlucht; vlucht met een zweefvliegtuig; glijvlucht
Wiktionary:
- glide → zweven, glijden, zweefvliegen
- glide → zweven, glibberen, glijden, glippen, schuiven, uitglijden

Engels

Uitgebreide vertaling voor gliding (Engels) in het Nederlands

gliding:

gliding bijvoeglijk naamwoord

gliding (hovering)
zwevend; vliegend
- zwevend bijvoeglijk naamwoord
- vliegend bijvoeglijk naamwoord

gliding [the ~] zelfstandig naamwoord

the gliding
zweefvliegen
- zweefvliegen [znw.] zelfstandig naamwoord
the gliding
geglij
- geglij [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gliding:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geglij	gliding
zweefvliegen	gliding
-	glide; sailing; sailplaning; soaring
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zweefvliegen		glide
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vliegend	gliding; hovering
zwevend	gliding; hovering	floating

Verwante woorden van "gliding":

glide

Synoniemen voor "gliding":

glide; sailplaning; soaring; sailing; flight; flying

Verwante definities voor "gliding":

the activity of flying a glider¹

glide:

to glide werkwoord (glides, glided, gliding)

to glide
zweefvliegen
- zweefvliegen werkwoord (zweefvlieg, zweefvliegt, zweefvliegde, zweefvliegden, gezweefvliegd)
to glide (skid; slip; slide; slither; slip up; skim)
slippen; uitglijden
- slippen werkwoord (slip, slipt, slipte, slipten, geslipt)
- uitglijden werkwoord (glij uit, glijt uit, glee uit, gleeen uit, uitgegleden)

Conjugations for glide:

present

glide
glide
glides
glide
glide
glide

simple past

glided
glided
glided
glided
glided
glided

present perfect

have glided
have glided
has glided
have glided
have glided
have glided

past continuous

was gliding
were gliding
was gliding
were gliding
were gliding
were gliding

future

shall glide
will glide
will glide
shall glide
will glide
will glide

continuous present

am gliding
are gliding
is gliding
are gliding
are gliding
are gliding

subjunctive

be glided
be glided
be glided
be glided
be glided
be glided

diverse

glide!
let's glide!
glided
gliding

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

glide [the ~] zelfstandig naamwoord

the glide (gliding flight; volplane)
de zweefvlucht; vlucht met een zweefvliegtuig; de glijvlucht
- zweefvlucht [de ~] zelfstandig naamwoord
- vlucht met een zweefvliegtuig [znw.] zelfstandig naamwoord
- glijvlucht [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glide:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
glijvlucht	glide; gliding flight; volplane
slippen		skidding; slipping
uitglijden		skidding; slipping; slipping away
vlucht met een zweefvliegtuig	glide; gliding flight; volplane
zweefvliegen		gliding
zweefvlucht	glide; gliding flight; volplane
-	coast; gliding; sailing; sailplaning; semivowel; slide; soaring
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slippen	glide; skid; skim; slide; slip; slip up; slither	delay; fall flat; fall over; postpone; slip; topple over; trip
uitglijden	glide; skid; skim; slide; slip; slip up; slither	delay; fall flat; fall over; postpone; slip; topple over; trip
zweefvliegen	glide
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	slide

Verwante woorden van "glide":

gliding, glides

Synoniemen voor "glide":

semivowel; phone; speech sound; sound
slide; coast; motion; movement; move
gliding; sailplaning; soaring; sailing; flight; flying
travel; go; move; locomote; glide by
fly; aviate; pilot
displace

Verwante definities voor "glide":

the activity of flying a glider¹
the act of moving smoothly along a surface while remaining in contact with it¹
a vowellike sound that serves as a consonant¹
move smoothly and effortlessly¹
cause to move or pass silently, smoothly, or imperceptibly¹
fly in or as if in a glider plane¹

Wiktionary: glide

glide

verb

To fly unpowered, as of an aircraft
- glide → zweven

glide

verb

met geringe wrijving gericht voortschuiven
- glijden → float; glide; slide; slip
(inergatief) vliegen en besturen van een zweefvliegtuig
- zweefvliegen → glide

Cross Translation:

From	To	Via
• glide	→ zweven	↔ segeln — (intransitiv) schweben, gleiten, fliegen
• glide	→ glibberen; glijden; glippen; schuiven; uitglijden	↔ glisser — Se mettre en mouvement, comme couler sur une surface lisse ou le long d’un autre corps.

Verwante vertalingen van gliding

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University