Engels
Uitgebreide vertaling voor gladdens (Engels) in het Nederlands
gladdens vorm van gladden:
-
to gladden (make glad)
-
to gladden (make happy; delight; charm; brighten; cheer; enchant; ravish; fascinate)
verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken-
verheugd werkwoord
-
in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
-
-
to gladden (cheer up; comfort)
-
to gladden
Conjugations for gladden:
present
- gladden
- gladden
- gladdens
- gladden
- gladden
- gladden
simple past
- gladdened
- gladdened
- gladdened
- gladdened
- gladdened
- gladdened
present perfect
- have gladdened
- have gladdened
- has gladdened
- have gladdened
- have gladdened
- have gladdened
past continuous
- was gladdening
- were gladdening
- was gladdening
- were gladdening
- were gladdening
- were gladdening
future
- shall gladden
- will gladden
- will gladden
- shall gladden
- will gladden
- will gladden
continuous present
- am gladdening
- are gladdening
- is gladdening
- are gladdening
- are gladdening
- are gladdening
subjunctive
- be gladdened
- be gladdened
- be gladdened
- be gladdened
- be gladdened
- be gladdened
diverse
- gladden!
- let's gladden!
- gladdened
- gladdening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they