Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- getting:
- get:
-
Wiktionary:
- get → nemen, begrijpen, verstaan, aankomen, laten, doen, maken, worden, halen, krijgen, verkrijgen, pakken, raken
- get → krijgen, pakken, bekomen, ontvangen, halen, worden, zullen, gaan, resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, groeten, begroeten, genieten, toucheren, accepteren, aannemen, afnemen, kopen, aankopen, inkopen, aanschaffen, overnemen, buitmaken, verkrijgen, verwerven, afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen, aandragen, bezorgen, aanbrengen, voorleiden, inslaan, raken, teisteren, treffen, werven, aanwerven, verdienen, winnen, deelachtig worden, doorkomen, klaarspelen, slagen, slagen voor, bemiddelen, beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven, aandoen, aanrichten, stichten, veroorzaken, uitreiken, verschaffen, verstrekken, teruggeven, braken, kotsen, overgeven, spugen, vomeren, doen, laten, laten doen, maken, gewaar worden, merken, bemerken, vernemen, waarnemen, begrijpen
Engels
Uitgebreide vertaling voor getting (Engels) in het Nederlands
getting:
-
the getting (fetching)
Vertaal Matrix voor getting:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
halen | fetching; getting | |
- | acquiring | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
halen | get |
Synoniemen voor "getting":
Verwante definities voor "getting":
get:
-
to get
-
to get (contract; receive; catch)
-
to get (bring in; obtain; take in)
binnenhalen; binnenbrengen-
binnenbrengen werkwoord (breng binnen, brengt binnen, bracht binnen, brachten binnen, binnen gebracht)
-
to get (comprehend; understand; grasp)
-
to get (beat it; bugger off; fuck off; buzz off; get lost; bugger up; get on; move on; piss off; clear out; go away; push off; go astray; go to hell; pack it; scram)
– leave immediately; used usually in the imperative form 1
Conjugations for get:
present
- get
- get
- gets
- get
- get
- get
simple past
- got
- got
- got
- got
- got
- got
present perfect
- have gotten
- have gotten
- has gotten
- have gotten
- have gotten
- have gotten
past continuous
- was getting
- were getting
- was getting
- were getting
- were getting
- were getting
future
- shall get
- will get
- will get
- shall get
- will get
- will get
continuous present
- am getting
- are getting
- is getting
- are getting
- are getting
- are getting
subjunctive
- be gotten
- be gotten
- be gotten
- be gotten
- be gotten
- be gotten
diverse
- get!
- let's get!
- gotten
- getting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor get:
Synoniemen voor "get":
Antoniemen van "get":
Verwante definities voor "get":
Wiktionary: get
get
Cross Translation:
verb
get
verb
Cross Translation: