Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. garlic:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor garlic (Engels) in het Nederlands

garlic:

garlic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the garlic
    – bulbous herb of southern Europe widely naturalized; bulb breaks up into separate strong-flavored cloves 1
    de knoflook
    • knoflook [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the garlic (chive)
    – aromatic bulb used as seasoning 1
    de knoflook; de look
    • knoflook [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • look [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor garlic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knoflook chive; garlic
look chive; garlic
- Allium sativum; ail

Synoniemen voor "garlic":


Verwante definities voor "garlic":

  1. aromatic bulb used as seasoning1
  2. bulbous herb of southern Europe widely naturalized; bulb breaks up into separate strong-flavored cloves1

Wiktionary: garlic

garlic
noun
  1. plant

Cross Translation:
FromToVia
garlic knoflook KnoblauchBotanik: Gewürz- und Heilpflanze aus der Familie der Zwiebelgewächse (=Allium sativum) mit einer aus mehreren länglichen Zwiebeln bestehenden Wurzelknolle, die intensiv riecht
garlic look; knoflook ail — Espèce d'oignon