Frozen in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

frozen:
- bevroren; ingevroren; gekoeld; koel; verstijfd; vastgevroren
freeze:
- vriezen; bevriezen; tot ijs worden; invriezen; laten bevriezen; stilzetten
Wiktionary:
- frozen → bevroren
- freeze → loonstop, salarisstop, bevriezing, vastlopen, vorstperiode, vorst
- freeze → verstijven, vriezen, invriezen, bevriezen, ijzen
- freeze → bevriezen, vriezen

Engels

Uitgebreide vertaling voor frozen (Engels) in het Nederlands

frozen:

frozen bijvoeglijk naamwoord

frozen
bevroren
- bevroren bijvoeglijk naamwoord
frozen (frosted; frozen up)
ingevroren
- ingevroren bijvoeglijk naamwoord
frozen (cooled)
gekoeld; koel
- gekoeld bijvoeglijk naamwoord
- koel bijvoeglijk naamwoord
frozen (grown stiff; rigid; turned to stone)
verstijfd
- verstijfd bijvoeglijk naamwoord
frozen (frozen together; ice-bound; frozen up; frosted; frosty)
vastgevroren
- vastgevroren bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor frozen:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevroren	frozen
koel	cooled; frozen	airy; aloof; businesslike; chilli; chilly; cold; cool; cooling; distant; freezing; fresh; frosty; in an unresponsive way; little fresh; reserved; reticent; unaffected; unimpaired; unmoved; unperturbed; untouched
-	fixed; flash-frozen; frigid; frosty; glacial; icy; quick-frozen; rooted; stock-still; wintry
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gekoeld	cooled; frozen
ingevroren	frosted; frozen; frozen up
vastgevroren	frosted; frosty; frozen; frozen together; frozen up; ice-bound
verstijfd	frozen; grown stiff; rigid; turned to stone

Verwante woorden van "frozen":

refrozen, unfrozen

Synoniemen voor "frozen":

frostbitten; frost-bound; glaciated; icebound; ice-clogged; icy; sleety; unthawed; cold; unmelted
rooted; stock-still; nonmoving; unmoving
frigid; frosty; glacial; icy; wintry; cold
unmelted
flash-frozen; quick-frozen; preserved
nondisposable
fixed; unchangeable

Antoniemen van "frozen":

unfrozen

Verwante definities voor "frozen":

incapable of being changed or moved or undone; e.g.¹
- frozen prices¹
not convertible to cash¹
- frozen assets¹
(used of foods) preserved by freezing sufficiently rapidly to retain flavor and nutritional value¹
- frozen foods¹
turned into ice; affected by freezing or by long and severe cold¹
- the frozen North¹
- frozen pipes¹
- children skating on a frozen brook¹
devoid of warmth and cordiality; expressive of unfriendliness or disdain¹
- a frozen look on their faces¹
not thawed¹
absolutely still¹
- frozen with horror¹

Wiktionary: frozen

frozen

adjective

in the state of that which freezes
- frozen → bevroren

frozen

adjective

door afkoeling in vaste toestand gekomen; volledig met ijs bedekt
- bevroren → frozen

frozen vorm van freeze:

to freeze werkwoord (freezes, froze, freezing)

to freeze
vriezen
- vriezen werkwoord (vries, vriest, vroor, vroren, gevroren)
to freeze
bevriezen; tot ijs worden
- bevriezen werkwoord (bevries, bevriest, bevroor, bevroren, bevroren)
- tot ijs worden werkwoord
to freeze
invriezen; laten bevriezen
- invriezen werkwoord (vries in, vriest in, vroor in, vroren in, ingevroren)
- laten bevriezen werkwoord
to freeze

– In I/O operations, to prevent execution of a thread. ²
stilzetten
- stilzetten werkwoord (zet stil, zette stil, zetten stil, stilgezet)

Conjugations for freeze:

present

freeze
freeze
freezes
freeze
freeze
freeze

simple past

froze
froze
froze
froze
froze
froze

present perfect

have frozen
have frozen
has frozen
have frozen
have frozen
have frozen

past continuous

was freezing
were freezing
was freezing
were freezing
were freezing
were freezing

future

shall freeze
will freeze
will freeze
shall freeze
will freeze
will freeze

continuous present

am freezing
are freezing
is freezing
are freezing
are freezing
are freezing

subjunctive

be frozen
be frozen
be frozen
be frozen
be frozen
be frozen

diverse

freeze!
let's freeze!
frozen
freezing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor freeze:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	freezing; frost; halt
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevriezen	freeze
invriezen	freeze	freezing
laten bevriezen	freeze
stilzetten	freeze	bring to a halt; bring to a standstill; halt; put out; set out; stop; turn off
tot ijs worden	freeze
vriezen	freeze
-	block; freeze down; freeze out; immobilise; immobilize; stop dead; suspend

Verwante woorden van "freeze":

refreeze, unfreeze, freezing

Synoniemen voor "freeze":

freezing; cooling; chilling; temperature reduction; phase change; phase transition; state change; physical change
frost; cold weather
halt; pause
limitation; restriction
change state; turn
stop dead; stand still
suffer
change; alter; modify
suspend; interrupt; break
freeze out; freeze down; solidify
block; immobilize; immobilise; withhold; keep back
anesthetize; anaesthetize; anesthetise; anaesthetise; put to sleep; put under; put out
act; behave; do

Antoniemen van "freeze":

boil; unblock; unfreeze

Verwante definities voor "freeze":

fixing (of prices or wages etc) at a particular level¹
- a freeze on hiring¹
an interruption or temporary suspension of progress or movement¹
- a nuclear freeze¹
weather cold enough to cause freezing¹
the withdrawal of heat to change something from a liquid to a solid¹
suddenly behave coldly and formally¹
- She froze when she saw her ex-husband¹
anesthetize by cold¹
be cold¹
- I could freeze to death in this office when the air conditioning is turned on¹
prohibit the conversion or use of (assets)¹
stop a process or a habit by imposing a freeze on it¹
change to ice¹
- The water in the bowl froze¹
cause to freeze¹
change from a liquid to a solid when cold¹
- Water freezes at 32 degrees Fahrenheit¹
stop moving or become immobilized¹
- When he saw the police car he froze¹
be very cold, below the freezing point¹
- It is freezing in Kalamazoo¹
In I/O operations, to prevent execution of a thread.²

Wiktionary: freeze

freeze

noun

on salary
- freeze → loonstop; salarisstop
(finance)
- freeze → bevriezing
(computing) state when the system ceases to respond to inputs
- freeze → vastlopen
period of cold
- freeze → vorstperiode; vorst

verb

become motionless
- freeze → verstijven
drop below zero
- freeze → vriezen
lower something's temperature to freezing point
- freeze → vriezen; invriezen; bevriezen
become solid due to low temperature
- freeze → bevriezen

freeze

verb

door afkoeling in vaste toestand komen
- bevriezen → freeze
een gevoel van koude ervaren van schrik of angst
- ijzen → freeze; transfixed
onpr|nld meteorologie|nld het heersen van een temperatuur waarbij water kristalliseert tot ijs
- vriezen → freeze

Cross Translation:

From	To	Via
• freeze	→ bevriezen	↔ einfrieren — Hilfsverb sein: durch Gefrieren der flüssigen Bestandteile unbrauchbar werden
• freeze	→ bevriezen	↔ einfrieren — Hilfsverb haben: durch Absenken der Temperatur unter den Gefrierpunkt haltbar machen
• freeze	→ bevriezen	↔ gefrieren — (intransitiv) durch Kälteeinwirkung fest und hart werden, zu Eis erstarren
• freeze	→ bevriezen	↔ congeler — Devenir solide (1, 2)
• freeze	→ vriezen	↔ geler — Durcir, rendre solide par le froid, transformer en glace. (Sens général).

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van frozen

Remove Ads

Vertaal frozen van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor frozen (Engels) in het Nederlands

frozen:

frozen bijvoeglijk naamwoord

frozen

frozen (frosted; frozen up)

frozen (cooled)

frozen (grown stiff; rigid; turned to stone)

frozen (frozen together; ice-bound; frozen up; frosted; frosty)

Vertaal Matrix voor frozen:

Verwante woorden van "frozen":

Synoniemen voor "frozen":

Antoniemen van "frozen":

Verwante definities voor "frozen":

Wiktionary: frozen

frozen vorm van freeze:

to freeze werkwoord (freezes, froze, freezing)

to freeze

to freeze

to freeze

to freeze

Conjugations for freeze:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor freeze:

Verwante woorden van "freeze":

Synoniemen voor "freeze":

Antoniemen van "freeze":

Verwante definities voor "freeze":

Wiktionary: freeze

Verwante vertalingen van frozen