Fresh in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

fresh:
- fris; koel; luchtig; nieuw; nieuwbakken; nieuwe; onbestorven; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onaangebroken
Wiktionary:
- fresh → onbehoorlijk, grof, onbeschoft, onbeleefd, zoet, fris, vers, nieuw, luchtig
- fresh → fris, luchtig, onbedorven, vers, juist gebeurd, recent, van jonge datum, van recente datum
Gebruikers suggesties voor fresh:
- frisse

Engels

Uitgebreide vertaling voor fresh (Engels) in het Nederlands

fresh (airy; cool)
fris; koel; luchtig
- fris bijvoeglijk naamwoord
- koel bijvoeglijk naamwoord
- luchtig bijvoeglijk naamwoord
fresh (new)
nieuw; nieuwbakken
- nieuw bijvoeglijk naamwoord
- nieuwbakken bijvoeglijk naamwoord
fresh (new)
nieuwe
- nieuwe bijvoeglijk naamwoord
fresh (too fresh)
onbestorven
- onbestorven bijvoeglijk naamwoord
fresh (unopened; unused; unbroached; untouched)
onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onaangebroken
- onaangeroerd bijvoeglijk naamwoord
- onaangetast bijvoeglijk naamwoord
- ongebruikt bijvoeglijk naamwoord
- ongeopend bijvoeglijk naamwoord
- onaangebroken bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fris	airy; cool; fresh	chilli; chilly; cool; little fresh
koel	airy; cool; fresh	aloof; businesslike; chilli; chilly; cold; cool; cooled; cooling; distant; freezing; frosty; frozen; in an unresponsive way; little fresh; reserved; reticent; unaffected; unimpaired; unmoved; unperturbed; untouched
luchtig	airy; cool; fresh	casual; light-hearted; playful
nieuw	fresh; new	new
nieuwbakken	fresh; new
onaangebroken	fresh; unbroached; unopened; untouched; unused
onaangeroerd	fresh; unbroached; unopened; untouched; unused
onaangetast	fresh; unbroached; unopened; untouched; unused	flawless; perfect; undamaged; unimpaired; unspoiled; untainted; untouched; unweakened; virgin; whole
onbestorven	fresh; too fresh
ongebruikt	fresh; unbroached; unopened; untouched; unused
ongeopend	fresh; unbroached; unopened; untouched; unused
-	bracing; brisk; clean; impertinent; impudent; invigorated; new; novel; overbold; refreshed; refreshful; refreshing; reinvigorated; sassy; saucy; smart; sweet; tonic; unfermented; unused; wise
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	freshly; new; newly
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nieuwe	fresh; new

caller; crisp; firm; crunchy; fresh-cut; good; unspoiled; unspoilt; hot; new-made; strong; warm; new
new
bracing; brisk; energizing; energising; refreshing; refreshful; tonic; invigorating
new; novel; original
unprocessed
sweet
undecomposed
wet; lactating
invigorated; refreshed; reinvigorated; rested
unfermented; unsoured
clean; pure
unused; clean
impertinent; impudent; overbold; smart; saucy; sassy; wise; forward
recently; newly; freshly; new

improperly forward or bold¹
- don't be fresh with me¹
not yet used or soiled¹
- a fresh shirt¹
- a fresh sheet of paper¹
recently made, produced, or harvested¹
- fresh bread¹
- a fresh scent¹
- fresh lettuce¹
not canned or otherwise preserved¹
- fresh vegetables¹
not containing or composed of salt water¹
- fresh water¹
imparting vitality and energy¹
(of a cycle) beginning or occurring again¹
- a fresh start¹
- fresh ideas¹
original and of a kind not seen before¹
free from impurities¹
- fresh air¹
not soured or preserved¹
with restored energy¹
having recently calved and therefore able to give milk¹
- the cow is fresh¹
very recently¹
- we are fresh out of tomatoes¹

fresh

adjective

fresh

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• fresh	→ fris	↔ frisch — neu, gerade eben erst, kürzlich
• fresh	→ fris; luchtig; onbedorven; vers	↔ frais — Qui est en état de fraîcheur.
• fresh	→ juist gebeurd; recent; van jonge datum; van recente datum	↔ récent — Qui s’produire depuis peu de temps.